Theodorus Dashan

De Oktoberrevolutie en de koloniale wereld


Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, dec. 1965, jg. 8.
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
Antiautoritaire stroming en de strijd in de Derde Wereld
De marxistische opvatting over revolutie en contrarevolutie
De theorie van Marx over de oorspronkelijke accumulatie en de industrialisering van de Derde Wereld

Door Theodorus Dashan, lid van het Centraal Comité van de EPMC (raad van de Ethiopische Volkbeweging.)
Dit artikel kan op sommige punten afwijken van het EPMC-standpunt; Dashan heeft dit artikel geschreven als individueel lid. – Red.

Zolang de verdeling van de maatschappij in uiterst vijandige klassen bestaat, hebben de onderdrukte klassen altijd gestreefd naar een beter bestaan. Dit betere bestaan, zo redeneerden zij, moet niet alleen betekenen dat er beter voedsel, betere kleding en betere behuizing komt; maar, in de eerste plaats, een leven zonder meesters en slaven, onderdrukkers en onderdrukten en uitbuiters en uitgebuiten. Dit was de fundamentele subjectieve factor voor de strijd van de onderdrukte klassen voor de omvorming van de objectieve omstandigheden van hun bestaan.

Naarmate evenwel de maatschappij zich verder ontwikkelde vonden de onderdrukkende klassen wegen en middelen uit met behulp waarvan zij hun greep op de onderdrukte massa’s verstevigden, en, de massa’s van hun kant hielden nooit op te strijden en mythen te scheppen die hen toeschenen de weg te hebben geopend om de gevestigde orde omver te werpen en de wereld te herscheppen naar hun eigen aspiraties. Deze omstandigheid bracht hen in voortdurend conflict met de heersende klassen en tot het formuleren van de een of andere ideologie (christendom, islam, enz.). De grote grondleggers van het wetenschappelijk socialisme – Karl Marx en Friedrich Engels – legden een forse nadruk op deze grondwaarheid toen zij het eerste hoofdstuk van hun onsterfelijke MANIFEST VAN DE COMMUNISTISCHE PARTIJ begonnen met deze historische woorden: “Tot nu toe is de. geschiedenis van elke maatschappij de geschiedenis van klassenstrijd geweest.” Dit is de fundamentele objectieve factor en oorzaak voor het streven van de onderdrukte massa’s naar een beter bestaan. In andere woorden: dat is de “locomotief van de geschiedenis” geweest.

Marx en Engels hadden ook geschreven in het Manifest: “De eerste stap in de revolutie van de arbeidende klasse is het proletariaat de positie van heersende klasse te geven teneinde democratie te vestigen. Het proletariaat zal zijn politieke overmacht gebruiken om stap voor stap al het kapitaal aan de bourgeoisie te ontrukken, alle productiemiddelen in de handen van de staat te centraliseren, d.w.z., van het proletariaat, georganiseerd als de heersende klasse; en het totaal van de productiekrachten zo snel mogelijk te doen toenemen.”

Deze wetenschappelijke voorspellingen en leerstellingen van de grote proletarische leraren verwerkelijkten zich in het achterlijke, feodale Rusland van de tsaren, het “Land van de Moscovieten” zoals het Ethiopische volk het noemt.

Discipline

Op 25 oktober 1917 vond de Grote Socialistische Oktoberrevolutie plaats in Rusland, de “gevangenis der volkeren”, – een immens land welks talrijke nationaliteiten meedogenloos onderdrukt en uitgebuit werden door de autocratie. De Grote Oktoberrevolutie zou het grootste en belangrijkste evenement in de geschiedenis der mensheid worden. In deze gebeurtenis zagen de onderdrukkers hun naderende val en verdwijning van het historische toneel en de onderdrukte volken en naties zagen hun naderende bevrijding van slavernij en uitbuiting erin. Om kort te gaan: de revolutie van 1917 in Rusland werd de concrete manifestatie van de eeuwenlange strevingen en hoop van de mensheid.

Het was de eerste keer in de geschiedenis van de wereld, dat een onderdrukte klasse een welgeslaagde revolutie leidde die haarzelf aan de macht bracht onder de vaste leiding van een voorhoedepartij met een samenhangende en eenvormige ideologie, met dezelfde belangen en ijzeren discipline en gehard door lange jaren van strijd op organisatorisch en ideologisch gebied tegen alle soorten “ismen”. Haar leider, V.I. Lenin, was de grootste theoreticus van de arbeidersklasse na Marx en Engels. Zijn leer is nu een gids voor de revolutionaire bewegingen over de hele wereld. Wat was de invloed van de grote socialistische Oktoberrevolutie op de koloniale volken?

Welke lessen hebben de koloniale volken getrokken uit dit historische evenement? Het is te tijd- en ruimterovend om te proberen deze kwestie van de Oktoberrevolutie en haar invloed op de koloniale revolutie te behandelen in een kort artikel als dit. Maar, we kunnen in grote lijnen vaststellen dat wat de koloniale volken misten in 1847 (het jaar dat het Manifest geschreven werd), zij vonden in de Oktoberrevolutie. Met andere woorden: de proletarische ideologie die door het Manifest belichaamd wordt kon de koloniale wereld nimmer bereiken, aangezien de historische situatie van 1917 niet dezelfde was als die van het midden van de vorige eeuw. De bourgeoisie was nog niet zo “geïnternationaliseerd” als zij in 1917 was en daarna geweest is. De kolonisering van de Afro-Aziatische volkeren, in het bijzonder die van de volken van Afrika, werd pas “tot voldoening” van de Europese bourgeoisie uitgevoerd sedert de Conferentie van Berlijn van 1885. Hoewel vóór deze beruchte datum de kolonialisten de politiek van “de vlag volgt de handel” volgden, kon toch doeltreffende kolonisering niet worden toegepast voordat de “wettelijke en internationale” voorwaarden vervuld waren, dat wil zeggen, dat de geografische bepaling en diplomatieke erkenning volledig genoeg waren, om de “invloedssferen” om te zetten in koloniën en “protectoraten.” Zodoende verhinderden deze “wettelijke en internationale verplichtingen” (effectieve kolonisering) tenminste voor enige tijd dat de koloniale machten hun belangstelling richtten in territoiren die zij niet tegen vreemde mogendheden konden verdedigen. Om deze reden stond het Manifest even ver van de koloniale volkeren af, als de maatschappij die de auteurs ervan voortbracht.

In 1917 echter, had het kapitalisme zijn hoogste stadium – het imperialisme – bereikt. Zoals het eerste Manifest van de Communistische Internationale helder vaststelde: “De nationale staat die een machtige stoot heeft gegeven tot de kapitalistische ontwikkeling is te nauw geworden voor de verdere ontwikkeling van de productieve krachten.”

Om deze reden wilde het imperialisme eigenaar worden van de wereld met haar rijkdommen en de voortbrengers van deze rijkdommen. Het was reeds steeds meer bezig, zijn wurggreep op de koloniën te versterken. Met enorme plantages en verzamel- en verwerkingsindustrieën, zowel als niet-landbouwindustrieën op kleine schaal in hun landen, waren de gekoloniseerde volken, reeds volgestopt met goederen uit de koloniserende landen, meer en meer afhankelijk van deze “nieuwe” “beschavende” verschijnselen. Individuele voortbrenging van grondstoffen (cacao, koffieplukken, goudverzamelen, enz.) moest wijken voor een georganiseerde kapitalistische wijze van het verkrijgen van grondstoffen. De verpaupering die een aanvang nam met het ongelijke “handelspartnerschap” met het “beschaafde” Europa werd voltooid met de overwinning en overheersing van het kapitalisme in al zijn aspecten: politiek (verlies van nationale onafhankelijkheid), economisch (productie van grondstoffen en dwangarbeid ten bate van de koloniserende landen), cultureel (oplegging van de bourgeoiscultuur, godsdienst incluis, in plaats van de nationale of de stamcultuur), enz. Kortom er bestond een proces van massaproletarisering als een resultaat van de nieuwe productieverhoudingen die de koloniale volken met ingewikkelde banden aan de Europese bourgeoisie kluisterden, d.w.z.: de sfeer van het wereldkapitalisme.

Evenwel, deze proletarisering van de massa’s kon niet verwerkt worden door de economieën die gebaseerd zijn op monoculturen, aangezien een van de belangrijkste karaktertrekken van de koloniale economie haar eenzijdigheid is. En evenmin kon de arbeidskracht in elk jaargetijde werk geboden worden, daar kolonialistische uitbuiting van een minimuminvestering bij een maximumwinst uitgaat.

De uitbuiting van de koloniën werd zo wreed en doortrapt. De koloniën kregen te maken met opstanden die onmiddellijk en meedogenloos werden onderdrukt. De wereldbourgeoisie, die haar eigen “grafdelvers” schiep in het proces van industrialisering, was bezig, de koloniale volkeren te wapenen, welke wapenen de koloniale volkeren zouden gaan gebruiken in hun nationale bevrijdingsstrijd. Cultuur en organisatie konden, eenmaal gegeven, niet meer weggenomen worden. De communicatiemiddelen deden de toenadering tussen de koloniale volken en het proletariaat van de Europees-Amerikaans landen toenemen.

Zelfs het slavenhoudende en feodale Ethiopië – dat Gibbon karakteriseerde: “de Abessijnen sliepen duizend jaren lang in de vergetelheid van de wereld door welke zij vergeten waren” (Opkomst en ondergang van het Romeinse Keizerrijk) – verscheen op het wereldtoneel en maakte een stap vooruit van grote progressieve betekenis nadat het het kolonialistische Italië smadelijk had verslagen in 1896 in de beroemde Slag bij Adwa. (Overigens wordt deze datum vaak vergeten door progressieve historici – die tot op dit moment althans niet in staat zijn geweest om de geschiedenis van de koloniale landen te bestuderen op wetenschappelijke wijze zonder opportunistische standpunten in te nemen ten einde in overeenstemming te geraken met de nationale belangen van hun, landen.) “De wending naar het imperialisme,” schreef Lenin in zijn Staat en Revolutie, “opgevat als een volledige overheersing van de, trusts, volledige heerschappij van de grote banken en een koloniale politiek op grote schaal, enzovoorts, begon nog maar juist gestalte te krijgen in Frankrijk en was zelfs zwakker in Noord-Amerika en Duitsland.” (Lenin doelde op Engels’ laatste voorwoord tot diens boek De oorsprong van het gezin, het privaateigendom en de staat, dat op 16 juni 1891 gedateerd was, d.w.z. slechts zes jaar na de Berlijnse Conferentie. – Dashan) “Sindsdien”, zo ging Lenin voort, “heeft de “wedijver in veroveringen” een gigantische vooruitgang doorgemaakt, – vooral toen, aan het begin van de tweede decade van de twintigste eeuw, de hele wereld ten slotte was opgedeeld tussen deze “wedijveraars in verovering”, d.w.z. tussen de grote roofmachten...” Het zijn juist “de verdeling van de buit ... (en) ... het opslokken van alle krachten van de samenleving” in Europa zelf en de koloniën, die verantwoordelijk waren voor het onverzoenlijk maken van de belangen van de koloniale volken en die van de roofzuchtige kolonialisten. De koloniale economie was niet alleen een aanhangsel van de kapitalistische economie van de vooruit geschreden Europese landen, maar was ook hun ondergang.

Tegen deze stand van zaken rees verzet bij de koloniale volken. De “kanonneerbootdiplomatie” in de Amerika’s en in de Caribische Zee en de interventionistische acties in Azië zowel als in de kolonies in Afrika werden tot een molensteen om de hals van de onderdrukte volken in de kolonies. Bovendien werden de gekoloniseerde volken meegetrokken in de wereldgebeurtenissen door hun deelname aan de imperialistische oorlog van 1914-18. Deze grote onthullende schok werd een van de belangrijkste manifestaties van het einde van de lokale economie en de lokale politiek. Na lange jaren ontwapend te zijn geweest kregen de koloniale volken weer aanraking met wapenen, maar deze werden niet gebruikt om hun eigen belangen te verdedigen, maar die van hun vijanden. Het was gedurende hun deelname aan de Eerste Wereldoorlog dat de koloniale volken zich realiseerden dat zij het kanonnenvoer van de imperialistische machten waren. De crisis die erop volgde, zou aan de verhoging van hun bewustzijn bijdragen.

In het achterlijke Rusland nam het proletariaat in 1917 de macht en vestigde de eerste Dictatuur van het Proletariaat – een term die door de imperialisten en hun lakeien sindsdien steeds weer in de achtergebleven gebieden is gebruikt om de massa’s voor de “gevaren van Communistische agressie” bang te maken. De term “proletariaat” evenwel omvatte grote volksmassa’s in de koloniën die door het kapitalisme onterfd waren en dus op voor het kapitalisme beklagenswaardige wijze weigerden bang te worden en vervreemd te worden van socialisme en communisme. Tijdens de eerste imperialistische interventie om Sovjet-Rusland te vernietigen namen ontelbare Senegalezen, Indiërs, Chinezen, Arabieren en bewoners van andere koloniën in het uniform van de interventielegers deel en velen van hen gingen over naar de rijen van het heldhaftige Rode Leger en vochten tegen hun onderdrukkers.

Wat anders konden zij doen? Wees de “blanke man” niet voortdurend naar de hemel om ondertussen het land onder onze eigen voeten weg te stelen? Vernietigde de blanke man niet onze traditionele levenswijzen en instellingen om in de plaats daarvan zijn eigen “beschaving” te brengen? “Exporteerde” hij ons niet naar de katoenplantages van de Nieuwe Wereld? At de blanke man zich niet zat terwijl wij voor hem zwoegden in de velden en in de mijnen, in een voortdurende staat van ondervoeding?

“Daar in het Land van de Moscovieten,” zeggen de Ethiopische boeren, “zijn er rijken noch armen. Als je honger hebt, eet je tot je niet meer kunt; voedsel wordt gratis verstrekt. Als je vermoeid bent van het lopen, ga je rijden in het geeft niet welke auto die je op straat geparkeerd vindt; maar, je moet de contactsleutel in de auto achterlaten voor de volgende die hem gaat gebruiken. In het land van de Moscovieten bestaat er geen geld meer en er bestaat niet meer wat lijkt op meester, heer of koning...”

Het onderdrukte Ethiopische volk heeft niet geslapen zoals de oude Sir Gibbon ons probeerde wijs te maken. Het feit zelf dat zij nooit ophielden te hopen blijkt duidelijk uit hun versimpeling van de schone communistische toekomst.

Elders in de koloniale wereld heerste dezelfde geest van hoop. Voor de eerste keer in hun geschiedenis organiseerden de gekoloniseerde volken zichzelf en openden het gevecht tegen de uitbuitende Europese bourgeoisie. “Rassengelijkheid”, “gelijkheid voor alle mensen”, “zelfregering” enz. werden hun leuzen. Zij vertrouwden op de nieuwe staat van de armen, Sovjet-Rusland. Een nieuw machtsevenwicht was bezig te worden gevormd. Socialisme was op ieders lippen.

China

De Chinese Revolutie zou een belangrijke wending geven aan de strijd van de koloniale volken. Voordien beschreven “fantasierijke” reactionaire schrijvers een magere persoon als een “Chinees skelet uit een hongersnooddistrict” en zulk fraais meer. Maar deze gelijkenis van de imperialistische uitbuiters verloor al haar betekenis nadat het Chinese volk het socialistische systeem had gevestigd. Daarnaast toonde de Chinese Revolutie, dat een langgerekte volksoorlog vol van ontberingen kon zijn, maar tevens bekroond kon worden door een overwinning, mits geleid door een voorhoedepartij. Bovendien werd de guerrillaoorlog de kunst en de wetenschap van de emancipatie.

Tragisch genoeg hadden de ernstige dwalingen die in de eerste socialistische staat optraden sterke terugslag over de hele wereld. De communistische partijen die de massa’s in de kolonies en in de Europees-Noord-Amerikaanse sfeer moesten leiden kwamen niet aan hun roeping toe door hun weergaloze opportunisme en slaafsheid. De koloniale Revolutie werd aan haar lot overgelaten, maar de massa’s hielden de banier van het socialisme hoog en versnelden de ontwikkeling van hun bevrijdingsstrijd. De imperialistische roofzucht werd met beslister verzet tegemoet getreden en de nationalisering van de imperialistische belangen werd opgenomen in de programs van de kleinburgerlijke en proletarische partijen van de koloniën. De bij herhaling toegepaste vervormingen van het revolutionaire marxisme konden de onophoudelijke strijd van de koloniën niet ophouden. De vreedzame co-existentie waarvan de leninistische inhoud eigendunkelijk en verraderlijk is verdraaid om de behoeften van de heersende klieken in de socialistische staten te dienen, werd gepredikt tot de koloniale volken wier eigen bestaan hen dwingt om juist een strijd op leven en dood te beginnen voor een beter leven. De koloniale volken die bij voortduring te lijden hebben van gewapende imperialistische interventie weten wel wat beters dan op evangelische wijze de imperialisten te omhelzen als hun eigen vlees en bloed. Hun oorlog begon op het moment dat het VS-imperialisme de rol ging vervullen van wereldpolitieagent. Zodoende betekende deze nieuwe vulgarisering van het revolutionaire marxisme en de aanpassing ervan aan burgerlijk pacifisme, eenvoudigweg klassecollaboratie op nationale schaal en onschadelijkheid tegenover het imperialisme op internationale schaal en was met geen mogelijkheid in staat om de historische gang van wereldrevolutie te remmen of af te leiden die haar inspiratie verkrijgt van het authentieke marxisme-leninisme.

De gulzige wereldbourgeoisie – het wereldimperialisme – veranderde haar tactiek van een hardnekkige weigering van onafhankelijkheid en directe interventie in een “toestaan” van onafhankelijkheid terwijl het tegelijk de middelen van bestaan van de kolonie vasthield – een greep op hun economie behield. Eerst het Britse, daarna het Franse imperialisme schonken betekenisloze formele onafhankelijkheid aan de tot slavernij gebrachte gebieden. Noord-Vietnam, Algerije en tot op zekere hoogte Kenia verkregen hun onafhankelijkheid na bittere gewapende strijd. In de Latijns-Amerikaanse landen werd Cuba het eerste vrije gebied van Amerika. Het wereldimperialisme, het Yankee-imperialisme in het bijzonder, werd gealarmeerd door de dialectiek van de koloniale revolutie en in samenwerking met de vervloekte sociaaldemocratische partijen en hun ideologen, smeedden zij pseudosocialismes die kunnen gaan van het “Afrikaanse Socialisme” van Kenyatta en Senghor tot het “Arabische Socialisme” dat gebaseerd is op een ideologie van fatalisme en klassecollaboratie en opportunistische vormen van “anti-imperialisme”. Zelfs de Ethiopische autocraat, Haile Selassie, beweerde een aanhanger te zijn van het “staatssocialisme”!

Deze uitnodiging om de massa’s overal om de tuin te leiden werd vooral versterkt sinds reformisme en naakt opportunisme een scheuring brachten in de revolutionaire wereldbeweging, namelijk in de wereldbeweging van de arbeidersklasse en na de vestiging van neokolonialistische staten op het Afrikaanse continent. Zodra de massa’s in woede opstonden, werden “ismen” uitgevonden door vanwege de imperialistische gehuurde pennen om de socialistische wereldrevolutie af te leiden van haar koers, op dit moment vertegenwoordigd door de koloniale revolutie. Wat de imperialisten ook doen in hun pogingen om de opmars van de historie tegen te houden, het blijft waar, dat de Grote Socialistische Oktoberrevolutie de massa’s in de koloniën in staat heeft gesteld om de wetten van de sociale en historische ontwikkeling te begrijpen. De heldhaftige strijd van het heldhaftige Zuid-Vietnamese volk is een duidelijk bewijs van deze beheersing van de wetten van de Socialistische Revolutie: een onderontwikkeld, halfkoloniaal land houdt het Yankee-imperialisme op een afstand sinds 1961! Het is daarom duidelijk dat onder deze omstandigheden het Zuid-Vietnamese volk nooit kan streven naar een vreedzame co-existentie met het VS-imperialisme dat bezig is het te vermoorden en nooit de hoop kan koesteren op een vreedzame “structuurvorming”, noch kunnen zij ontwapening prediken zolang de bourgeoisie tot de tanden gewapend is. Amilcar Cabral (de leider van het Bevrijdingsfront van Portugees Guinee) had gelijk, toen hij zei: “om te bestaan, moet men eerst bestaan.”

De lessen

Zo heeft op dit moment, na 48 jaar, de bolsjewistische revolutie haar dialectische voortzetting gevonden in de koloniale revolutie.
Wat had Lenin het proletariaat geleerd?
1. De revolutionaire opstand (in alle vormen, ook in parlementaire strijd indien de voorwaarden daarvoor aanwezig zijn of er mogelijkheden voor zijn).
2. Onteigening van het imperialisme en zijn lakeien zonder concessies, compromissen en schadeloosstellingen of “bedenkingen achteraf”.
3. Bewapening van het proletariaat en ontwapening van de bourgeoisie op een internationale schaal.
4. Proletarisch internationalisme en de vorming van een anti-imperialistisch front dat in staat moet zijn om alle patriottische en democratische krachten in de wereld te verenigen.
5. bescherming van de zuiverheid van het marxisme-leninisme en het ondernemen van meedogenloze strijd tegen reformistische en conformistische stromingen in de internationale communistische beweging.

Dit zijn de fundamentele lessen van de Oktoberrevolutie en haar betekenis voor de koloniale revolutie, die bezig is, het materieel relatief voldane- en burgerlijk gecorrumpeerde proletariaat van de vooruit geschreden kapitalistische landen aan haar zijde te trekken. Het machtigste voorbeeld uit de laatste paar weken zijn de protestdemonstraties tegen de imperialistische oorlog in Vietnam van de Verenigde Staten die in de Verenigde Staten worden gehouden en in de Europese hoofdsteden. Deze demonstraties vonden alleen plaats, omdat de bevrijdingsstrijd van het Zuid-Vietnamese en andere volken overal aan kracht won en het volk van de imperialistische VS direct trof, zowel materieel als menselijk.

Zoals het eerste manifest van de Derde Communistische Internationale aan de arbeiders van de hele wereld vaststelt:
“... Juist op dit moment neemt de strijd in de meer ontwikkelde koloniën, die slechts onder de vaan van de nationale bevrijding (onze cursivering) plaatsvindt, onmiddellijk een meer of minder helder gedefinieerd sociaal karakter aan...” “De gehele kapitalistische ontwikkelingsgang heeft ertoe geleid, speciaal in zijn laatste imperialistische stadium, dat de politieke democratie ondermijnd werd, niet alleen door naties te verscheuren in twee onverzoenlijke vijandige klassen, maar ook door het veroordelen van talrijke kleinburgerlijke en proletarische lagen alsmede de armste en laagste lagen van het proletariaat tot economische verzwakking en politieke onmacht...”
“Te eisen van het proletariaat, dat het zich in eerbied onderwerpt aan de regels en reguleringen van de politieke democratie in de uiteindelijke strijd op leven en dood met het kapitalisme staat gelijk aan het stellen van de eis aan een man, die voor zijn leven vecht tegen struikrovers, dat hij de kunstmatige en beperkende spelregels van het Franse worstelen eerbiedigt, die de vijand zelf invoert, maar waar deze zich zelf niet aan houdt...”

Arbeiders van de wereld, verenigt u in de strijd tegen de imperialistische barbarij, tegen de monarchie, tegen de geprivilegieerde grootgrondbezitters, tegen de burgerlijke staten en de burgerlijke eigendom, tegen alle soorten en vormen van klasse of nationale onderdrukking...!”

De koloniale revolutie vervult deze oproep en opdracht van de grote Oktoberrevolutie en de gids en leraar daarvan: V.I. Lenin.