V.I. Lenin
De dreigende catastrofe en hoe die te bestrijden


1. De honger nadert

Rusland wordt bedreigd door een onafwendbare catastrofe. Het spoorwegverkeer is ongelooflijk ontwricht en de ontwrichting gaat steeds verder. Het treinverkeer zal tot stilstand komen. De toevoer van grondstoffen en kolen voor de fabrieken zal ophouden. De toevoer van graan zal ophouden. De kapitalisten saboteren (schaden, staken, ondermijnen en belemmeren) bewust en onophoudelijk de productie, in de hoop dat een ongekende catastrofe zal leiden tot de ineenstorting van de republiek en van de democratie, van de sovjets en in het algemeen van de verenigingen van proletariërs en boeren, waardoor een terugkeer naar de monarchie en het herstel van de almacht van de bourgeoisie en de grootgrondbezitters zal worden vergemakkelijkt.

De dreiging van een catastrofe van weergaloze omvang en van een hongersnood is onafwendbaar. Ontelbare keren is daarover al in alle kranten geschreven. Een onnoemelijke hoeveelheid resoluties is zowel door de partijen als door de Sovjets van Arbeiders-, Soldaten- en Boerenafgevaardigden aangenomen, resoluties waarin wordt vastgesteld dat de catastrofe onvermijdelijk is, dat ze heel dicht voor de deur staat, dat een wanhopige strijd ertegen gevoerd moet worden en ‘heldhaftige inspanningen’ van het volk noodzakelijk zijn om de ondergang te keren, enzovoort.

Allen zeggen dit. Allen erkennen dit. Voor allen staat het vast.

En er wordt niets gedaan.

Een half jaar revolutie is verstreken. De catastrofe is nog dichterbij gekomen. De werkloosheid heeft een massale omvang aangenomen. Denkt men zich toch eens in: het land is zonder waren, het land gaat wegens gebrek aan producten, wegens gebrek aan arbeidskrachten te gronde, hoewel er voldoende hoeveelheden graan en grondstoffen voorhanden zijn — en in zo’n land, op zo’n kritiek ogenblik ontstaat er een massale werkloosheid! Wat voor bewijzen zijn er dan nog nodig om te laten zien dat gedurende het half jaar revolutie (die door sommigen de grote revolutie wordt genoemd, maar die voorshands met meer recht een ‘rotte’ revolutie genoemd zou kunnen worden) in een democratische republiek, bij een overvloed van verenigingen, organen en instellingen die zich trots ‘revolutionair-democratisch’ noemen, praktisch absoluut niets ernstigs tegen de catastrofe, tegen de hongersnood is gedaan? We naderen steeds sneller de ineenstorting, want de oorlog wacht niet en de door de oorlog teweeggebrachte ontwrichting op alle gebieden van het volksleven neemt steeds scherpere vormen aan.

Een klein beetje aandacht en wat nadenken zijn trouwens voldoende om zich ervan te overtuigen dat er middelen tot het bestrijden van de catastrofe en van de honger voorhanden zijn, dat de maatregelen om de strijd ertegen aan te binden volstrekt duidelijk en eenvoudig zijn, volkomen uitvoerbaar en ten volle overeenkomen met de krachten van het volk, en dat deze maatregelen alleen en uitsluitend daarom niet getroffen worden, omdat de uitvoering ervan de fabelachtige winsten van een handjevol grootgrondbezitters en kapitalisten zou aantasten.

Inderdaad. Men kan er staat op maken dat er geen enkele redevoering, geen enkel artikel in een krant van ongeacht welke richting, geen enkele resolutie van ongeacht welke vergadering of instelling te vinden is, waarin niet heel duidelijk en uitdrukkelijk gewag gemaakt wordt van de voornaamste en belangrijkste maatregel voor het bestrijden en afwenden van de catastrofe en van de honger. Deze maatregel is: controle, toezicht, registratie, regulering door de staat, een juiste verdeling van arbeidskrachten over de productie en distributie, spaarzaam zijn met de krachten van het volk, het vermijden van elke overbodige krachtsinspanning, zuinig omgaan met de krachten. Controle, toezicht, registratie — dat is een allereerste vereiste in de strijd tegen de catastrofe en tegen de hongersnood. Dat wordt niet betwist en is algemeen erkend. Maar juist dit wordt niet gedaan uit vrees de almacht van de grootgrondbezitters en kapitalisten, hun mateloze, ontzaglijke, schandalige winsten aan te tasten, winsten die opgestreken worden als gevolg van de duurte en door leveranties aan het leger (en voor de oorlog ‘werken’ thans, direct of indirect, nagenoeg allen), winsten waarvan iedereen op de hoogste is, die iedereen waarneemt en waarover allen ach en wee klagen.

En de staat doet niets, maar dan ook helemaal niets om tot een enigszins serieuze controle, registratie en toezicht te komen.