Frontvorming
= een akkoord tussen verschillende groepen (politieke partijen, vakbonden) om bepaalde thema’s trachten te verwezenlijken door samenwerking (geen samensmelting). Deze frontvorming gebeurt meestal wanneer de verschillende partners akkoord gaan over concrete thema’s, doch voor de rest hun eigen – vaak uiteenlopende – standpunten wensen te bewaren.
In België is de frontvorming vaakst toegepast door de vakbonden, het zgn. Gemeenschappelijk Front tussen ABVV en ACV, ter verdediging van arbeidseisen op korte termijn. Zodra de drang ontstaat om fundamentele eisen te stellen, schijnen de wegen nogal vlug uit een te lopen.
In enkele landen werden tussen politieke partijen electorale fronten gevormd, zgn. stembusakkoorden.
Progressieve frontvorming: Leo Collard, toenmalig voorzitter van de BSP, lanceerde op 1 mei 1961 zijn oproep voor een progressieve frontvorming. De bedoeling was om over de politieke of syndicale organisaties heen een gemeenschappelijke beweging tot stand te brengen voor enkele socialistische basispunten (vb. economische, sociale en culturele democratie). Alhoewel deze oproep in de BSP, de KP en bij de christendemocraten enorme weerklank vond, heeft zij tot geen tastbare resultaten geleid, waarschijnlijk omdat te veel praktische problemen een effectieve frontvorming verhinderen.
Volksfront = front van linkse partijen (Front Populaire in Frankrijk – 1936 – toen socialisten en radicale socialisten, gesteund door de communisten, regeerden en o.a. onder druk van een massale staking de akkoorden van Matignon afsloten. De burgerij is nog steeds beangstigd door de grote druk die van dergelijk front kan uitgang (het spookbeeld van een volksfront wordt regelmatig aangehaald bij de vorming van linkse coalities).
Frontisme = theorie van de vorming van volksfronten (door de stalinisten verdedigd). Het volksfront moet een democratisch stadium inluiden, waarin het ganse volk, kleinburgerij inbegrepen, blok vormt tegen de monopoliekapitalisten.
De stalinisten menen dat dit democratisch stadium een socialistisch stadium voorbereidt. Deze zienswijze is o.i. nogal mechanistisch, in die zin dat niets erop wijst dat deze stadia elkaar zullen opvolgen. In feite is deze strategie een middel om de revolutie in de wereld in bedwang te houden en aldus het status-quo Sovjet-Unie/kapitalistische landen te bewaren.MWBJD 1969