Coöperatie
(lett. samenwerking: coöperatie)(Coöperatieve Vennootschap)
(Wordt ook gebruikt voor ontwikkelingshulp en -samenwerking)Uit reactie tegen het winstbejag van de kapitalistische ondernemers sluiten producenten en/of verbruikers samen, om hun productie en/of verkoop te organiseren ten voordele van de aangeslotenen (= leden of coöperateurs).
Productiecoöperatieven zijn eerder zeldzaam in de kapitalistische landen (in de landbouwsector komen er enkele voor); meestal hebben we verbruikscoöperatieven, die soms over eigen productie-eenheden beschikken, zoals over bakkerijen, brouwerijen, meubelfabrieken. Het maatschappelijk kapitaal voor de coöperatieven wordt op basis van een samenwerkende vennootschap bezorgd, d.i. door aandelen met een geringe opbrengst. (Ingeval van investeringen kan bij de leden beroep gedaan worden voor een lening, obligatie.) De werkingskosten zijn laag wegens het vast cliënteel (vereist minder publiciteit, administratie, enz.) dat vertrouwen heeft in de prijzen- en kwaliteitspolitiek van ‘zijn’ coöperatieve (-> consumptie; reclame).
De leden ontvangen bovendien een vaste ristorno. Men zou deze als een deelname in de winst kunnen bestempelen. Naar de geest is het nochtans een teruggave van geld dat de coöperatieve teveel ontvangen heeft (uit veiligheidsoverwegingen schat ze de risico’s steeds iets hoger dan normaal; de andere ondernemingen voorzien eveneens een veiligheidsmarge, maar houden het aldus verworven geld voor zichzelf!).
De COÖPERATIEVE BEWEGING speelt in de kapitalistische maatschappij een bescheiden, doch niet te onderschatten rol.
Bescheiden: omdat de coöperatieven niet kunnen concurreren met de enorme geldmassa’s van de kapitalistische productie- en distributie-eenheden.
Belangrijk: omdat de coöperatieven het principe van de behoeftebevrediging boven het winstbejag weten te stellen. Wij beseffen dat het kapitalistisch regime hierdoor niet aan het wankelen gebracht wordt, maar de coöperatie betekent toch een voortdurende uitdaging en concurrentie met dat regime.
MWBEL