Beurs

Plaats waar handelaars, makelaars, wisselagenten e.d. regelmatig samenkomen om (niet-aanwezige) goederen, effecten, enz. te verhandelen.

* De verhandelingen gebeuren contant of op termijn
- contant: de goederen, effecten e.d. worden dadelijk (of zo vlug mogelijk) geleverd en onmiddellijk betaald;
- op termijn; levering en betaling gebeuren na een vastgestelde periode (dit geeft een beter overzicht van de toestand en laat toe de verhandelingen te regulariseren).

* Bepaalde aandelen worden op de beurs “toegelaten”, d.w.z. gequoteerd (= de koers bepalen) en verhandeld (= aan- en verkopen). Deze toelating is afhankelijk van bepaalde voorwaarden (bv. minimumkapitaal; nodige inlichtingen verschaffen aan de beurscommissie).

De beurs is een belangrijk onderdeel van de kapitalistische economie:
- “vraag en aanbod” van goederen en effecten worden er bepaald; dit oefent een invloed uit op de prijs der artikelen (zie: rol van de markt);
- de toekomstperspectieven van een bedrijf of een sector (zelfs een land!) worden er in geld omgezet: nl. door de daling of stijging der aandelen (“koers”) die het gevolg zijn van een groter resp. kleiner aanbod dan afname. (Dit systeem leidt tot speculatie).

Vele beursmakelaars en wisselagenten treden op voor opdrachtgevers: zij werken mee aan het aankopen van bedrijven (door de aankoop van aandelen) of brengen bepaalde ondernemingen in moeilijkheden (door ongunstige berichten te beklemtonen; door massale verkoop van aandelen).

Enkele beurstermen die vaak gebruikt worden zijn de volgende
- “willig” = de koersen liggen gevoelig hoger dan op de vorige beurs;
- “vast” = hogere koersen, doch niet overdreven;
- “kalm” = geringe koerswijzigingen, weinig transacties;
- “oplopend” = over het algemeen verbeteren de koersen;
- “afbrokkelend” = verslechtering der koersen;
- “zwak” of “lusteloos” = lichte daling der beurswaarden;
- “gedrukt” = sterkere daling der waarden.

(zie aandelen – speculatie – wisselen).

MWBEL