Leon Trotski
Lessen van Oktober


Een kort commentaar op dit boek

De eerste etappe van de ‘democratische’ revolutie duurde van de Februari-omwenteling tot aan de aprilcrisis en tot de oplossing ervan op 6 (19) mei door de vorming van een coalitieregering, waaraan de mensjewieken en de narodniki deelnamen. De schrijver van dit boek had gedurende de gehele eerste periode geen deel aan de gebeurtenissen, omdat hij pas op 5 (18) mei, juist aan de vooravond van de vorming van de coalitieregering, in Petrograd aankwam. De eerste etappe van de revolutie en haar vooruitzichten zijn belicht in de in Amerika geschreven artikelen. Ik meen dat ze op alle wezenlijke punten overeenstemmen met de analyse van de revolutie, die Lenin in zijn Brieven uit de Verte gaf.

Vanaf de eerste dag van mijn aankomst in Petrograd werkte ik in een volledige coördinatie met het centraal comité van de bolsjewieken. De koers van Lenin op de verovering vin de macht door het proletariaat heb ik vanzelfsprekend volledig en geheel ondersteund. Ten opzichte van de boeren bestond er geen schijn van meningsverschil tussen mij en Lenin, die toentertijd de eerste etappe van de strijd tegen de rechtse bolsjewieken en hun leuze van de ‘democratische dictatuur van het proletariaat en de boeren’ beëindigde. Voor mijn formele aansluiting bij de partij nam ik deel aan de uitwerking van een reeks besluiten en documenten, die in naam van de partij gepubliceerd werden. De enige overweging, die mijn formele aansluiting bij de partij drie maanden vertraagde was mijn wens de vereniging van de beste elementen van de ‘Mesjrayonzy’ [39] en in het algemeen van de revolutionaire internationalisten [40] met de bolsjewieken te bespoedigen. Ook deze politiek heb ik met de volledige instemming van Lenin gevoerd.

De redactie van dit boek maakte mij attent op een artikel dat ik toentertijd ten gunste van de vereniging over het organisatorische ‘cirkelmisbruik’ van de bolsjewieken geschreven heb. Diepzinnige kosters, van het slag van kameraad Sorin, zullen natuurlijk zich haasten deze zin in direct verband te brengen met de verschillen over paragraaf 1 van de statuten. Ik vind het overbodig hierover een gevecht te beginnen, nadat ik mijn werkelijke en ook grootste organisatorische fout met woord en daad erkend heb. De niet vooringenomen lezer zal echter veeleer een eenvoudige en directe verklaring voor de genoemde uitdrukking in de concrete verhoudingen van het ogenblik vinden. Onder de ‘Mesjrayonzy’ arbeiders was uit het verleden nog een zeer groot wantrouwen tegen de organisatiepolitiek van het comité van Petrograd overgebleven. Argumenten ten aanzien van het ‘cirkelmisbruik’ — aangevuld met het wijzen op allerlei aard ‘onrechtvaardigheden’, zoals altijd in zulke omstandigheden — waren gewoon onder de ‘Mesjrayonzy’. Mijn antwoord in het artikel ging uit van de volgende gedachtegang: Het cirkelmisbruik, als een erfenis uit het verleden, bestaat inderdaad wel, maar de ‘Mesjrayonzy’ moeten hun afzonderlijk bestaan opgeven om het te verminderen.

Mijn zuiver polemisch ‘voorstel’ aan het eerste Sovjetcongres een regering te vormen uit 12 Pesjechonov-lieden [41] werd door iemand, ik meen Soechanov, ten dele als een welwillende houding ten aanzien van Pesjechonov, ten dele als een bijzondere lijn aangeduid, die afweek van de lijn van Lenin. Dat is natuurlijk klare onzin. Als onze partij eiste dat de onder de leiding van de mensjewieken en de SR staande Sovjets de macht zouden grijpen, ‘eiste’ ze daardoor een ministerie van Pesjechonov-lieden want op de keper beschouw bestaat er tussen Pesjechonov, Tsjernov en Dan helemaal geen principieel verschil. Ze waren er allen in gelijke mate geschikt voor om het overgaan van de macht van de bourgeoisie naar het proletariaat te vergemakkelijken. Misschien kende Pesjechonov de statistiek beter en maakte hij een meer zakelijke indruk dan Tsereteli en Tsjernov. Een dozijn Pesjechonov-lieden betekende: een regering uit een dozijn vertegenwoordigers van de kleinburgerlijke democratie, in plaats van de coalitie. Toen de massa’s van Petrograd onder de leiding van onze partij de leuze stelden: ‘Weg met de tien kapitalistische ministers’, hebben ze daarmee geëist, dat in hun plaats mensjewieken en SR’s zouden komen. “Smijt de kadetten eruit, neem, heren burgerlijke democraten, de macht in handen, zet in de regering twaalf (of zoveel als jullie hebben) Pesjechonov-lieden en wij beloven jullie, dat we jullie zo ‘vreedzaam’ mogelijk van jullie posten zullen verwijderen, als de tijd komt. En ze zal vlug komen.” Er was hier geen bijzondere lijn, het was dezelfde lijn, die Lenin meer dan eens formuleerde.

Ik acht het nodig de aanwijzing van de uitgever van dit boek, kameraad Lenzner, uitdrukkelijk te onderstrepen. Een belangrijk deel van de redevoeringen die dit boek bevat werden niet volgens een — al was het maar een slecht — stenogram, overgenomen, maar van half en half onwetende en half kwaadwillige berichten van verslaggevers van de verzoeningsgezinde pers. Een vluchtig doorzien van enige van dergelijke documenten was voor mij echter aanleiding af te zien van het oorspronkelijke plan, veel eraan te corrigeren en ze aan te vullen. Laten ze blijven zoals ze zijn. Het zijn op hun manier ook documenten van die periode, zij het ook ‘van de andere kant’.

Dit boek had niet gedrukt kennen worden zonder de zorgvuldige en competente arbeid van kameraad Lenzner, die met behulp van de kameraden Heller, Krisjanovski, Rovenskaja en I. Roemer de noten gemaakt heeft. Ik maak hier van de gelegenheid gebruik al deze kameraden mijn kameraadschappelijke dank uit te spreken.

In het bijzonder zou ik het grote werk van mijn naaste medewerker, kameraad M. S. Glasmann [42] willen noemen, dat hij verrichtte zowel bij de voorbereiding van dit boek als ook van mijn andere boeken. Ik schrijf deze regels met het gevoel van de diepste smart over de buitengewoon tragische dood van deze voortreffelijke kameraad, arbeider en mens.

Kislovodsk, 15 september 1924


Verklarende noten

[39] In 1917 telde de Mesjrayonzy (Interrayonale Organisatie van de Verenigde Sociaaldemocraten) ongeveer 4.000 leden in Petrograd en 1.000 in de militaire organisatie. Tot de leiders behoorden behalve Trotski, anderen zoals Loenatsjarski, Volodarski, Oeritzki, Joffe, Manoeilski, Karechan, Rjasanov, Pokrovski, Oeren. Zij gaf het blad Vperjod (Voorwaarts) uit. De fusie met de bolsjewieken vond plaats op het 6e congres van de laatste, dat plaats vond van 26 juli tot 3 augustus (8 tot 16 augustus) 1917. Sverdlov berichtte dat Trotski reeds toegevoegd was aan de redactionele staf van de Pravda, maar dat zijn gevangenneming hem had verhinderd er aan deel te nemen. Trotski behoorde tot de vier die op het congres de meeste stemmen kregen bij de verkiezing voor het Centraal Comité. (Lenin 133 van de 134 stemmen, Zinovjev 132, Kamenev 131, Trotski 131).

[40] De revolutionaire internationalisten werden ook mensjewieken-internationalisten genoemd. Ze stonden onder leiding van Martov.

[41] Pesjechonov was de leider van de ‘Volksocialisten’, een tussen de kadetten en de sociaal-revolutionairen staande partij.

[42] M.S. Glasmann werd uit de communistische partij geroyeerd op een verzonnen beschuldiging. Hij pleegde zelfmoord.