Geschreven:8 september 1941
Bron: Tito: geselecteerde militaire werken, p52-54, gepubliceerd: Vojnoizdavčki Zavod, Belgrado, 1966
Vertaling: Arno Dusart
Deze versie: Uit het Engelstalige MIA
HTML: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, april 2006
De wrede moord van Serviërs, Kroaten en Slovenen gaat verder. Het zijn niet alleen de beulen van de bezettingstroepen die deelnemen aan deze uitroeiing van de Zuid-Slaven, ook de binnenlandse landverraders doen mee. De totstandbrenging van de misserabele marionettenregering onder leiding van de weerzinwekkende verrader van het Servische volk, de Duitse spion en huurling, de misserabele generaal Nedić[2] ging gepaard, op 3 september 1941, met de gruwelijke moord van 50 Serviërs in Belgrado. De fascistische bandieten van Hitler en hun moordlustige lakeien van Nedić zijn criminele bende hebben de veronderstelde moord op een Duitse soldaat in Belgrado gebruikt als voorwendsel voor de slachting van deze 50 zonen van het Servische volk. Dit is natuurlijk niets anders dan een zuiver verzinsel, typisch voor de bloeddorstige fascisten, typisch voor degene die zelf de Rijksdag in brand steken om zo een excuus te hebben voor de slachting en internering in concentratiekampen van honderdduizenden Duitse burgers. Sinds de Duitse fascistische criminelen ons land knechtte hebben zij de beste zonen van ons volk, onze kinderen, vrouwen en ouderen vermoord, onze dorpen en steden vernield en dit zonder ophouden - maar het volk is opgestaan om zichzelf te verdedigen en heeft de vijand al veel leed bezorgd. De fascistische bandieten, die zichzelf te zwak vinden om ons volk zonder hulp uit te roeien, hebben een diabolisch plan opgesteld. Zij hebben binnenlandse beulen en moordenaars ingehuurd om het bloedige werk voor hen te doen. In Kroatië hebben ze een beest ingehuurd dat jammer genoeg het uiterlijk heeft van een man om niet alleen de Serviërs te vernietigen maar ook de Kroaten. Honderdduizenden Serviërs, vrouwen, kinderen en oudere mensen hebben hun dood gevonden onder het mes van Pavelić’s Ustashi groep. Duizenden Servische mannen en vrouwen zijn vermoord door de verachtelijke Ljotidites en Aćimović’s agenten, die Serviërs opjagen en uitleveren aan de Duitse beulen. De verraderlijke Servische Ljotićites branden Servische dorpen plat, en samen met de Duitsers, vermoorden ze onze vredelievende bevolking. Aandacht bestedend aan het enthousiasme van deze gedegenereerde, hebben de Duitse fascistische bandieten al andere bandieten en verraders gevonden, onder leiding van Nedić die onder beschutting van de Servische overheid ons volk vernietigt en afslacht, zodat een Serviër een Serviër vermoord, zodat de slachters elkaar uitroeien. Zodoende effenen deze verraders de weg voor de Duitsers en andere vijandelijke indringers om uiteindelijk meester te worden van onze mooie, vruchtbare vlaktes, onze rijkdom aan bossen, onze majestueuze bergen, onze vruchtbare wijngaarden, onze kustgebieden, ons trots Dalmatië, onze steden en dorpen.
Nedić, de verrader, een schurk die het zelfde lot verdient als zijn tweeling Pavelić in Kroatië, dreigt om de trots van ons land uit te roeien, onze glorierijke partizanen, die hun bloed laten vloeien om de eer van hun land hoog te houden, eer die bezoedeld is door verraders zoals Nedić, Ljotić en de rest van de leden van de vijfde colonne. Met de hulp van de Duitse bandieten organiseert hij detachementen die het volk beroven en de beste mannen en vrouwen massaal afslachten; hij organiseert deze detachementen met als doel oorlog te voeren tegen het Servische volk, het werk waar de Duitse indringers mee begonnen waren verder te zetten, om de in slavernij gedreven Servische natie te transformeren in een gehoorzame lakei van de fascistische misdadigers die op verovering uit zijn.
De verachtelijke verrader, Nedić, en een handvol van huurlingen bieden hun diensten aan de bezetters en onderdrukkers van ons volk aan, nu dat de indringer stevig klappen krijgt van het heroïsche Rode Leger, wanneer de grond onder hun voeten in al de bezette landen in brand staat, wanneer de gehele beschaafde wereld verenigd is in de strijd tegen de zogenaamde fascistische veroveraars, wanneer alle slachters verenigd zijn in de strijd voor de redding van het Slavische volk, wanneer de ultieme ineenstorting van de razend wordende fascisten aan de horizon verschijnt.
De verachtelijke verrader Nedić is verkeerd wanneer hij denkt dat zijn plan zal slagen. Het Servische volk zal hem een waardig antwoord geven, het soort antwoord dat ze aan alle verraders gegeven hebben doorheen hun geschiedenis. De Servische partizanen, zoals partizanen in de rest van Joegoslavië, zullen hun strijd met nog meer kracht voortzetten tegen de indringers, tegen de verschillende Pavelićes, Nećides, Ljotićes,[3] Aćimovićes, en al de andere verraders van het volk. De Servische en andere nationaliteiten helpen, en zullen zelfs nog meer helpen, de heroïsche strijd van de partizanen, tot de uiteindelijke overwinning op de indringers en hun lakeien - de Nećićes en dezelfde van dat soort.
Deze schijnvertoning, marionettenregering, onder leiding van de nog valsere generaal Nedić, dreigt met slachting. Zijn partner in verraad, Pavelić, heeft hetzelfde gedaan, maar hij heeft het tegenovergestelde effect bereikt - het volk stond massaal op tegen deze verrader. Het volk heeft nooit schurken en verraders gesteund en zal dit nu ook niet doen. Nedić dreigt ermee het volk af te slachten en ons antwoord tot hem is dat de partizanen, samen met de rest van het volk, zijn groep net zo meedogenloos zullen uitroeien zoals ze zijn criminele meesters: de Duitsers, de Italianen en andere indringers zullen uitroeien. Bloed voor bloed, dood voor dood - dat is onze slogan in deze algemene volksbevrijding strijd.
_______________
[1] Gepubliceerd op 8 september 1941, in de vijfde editie van het “Bulletin” dat door een ondergrondse pers in Belgrado wordt gedrukt. Het artikel was geparafeerd T. T.
[2] Milan Nedić, generaal in het vooroorlogse Joegoslavische leger. Tot de Tweede Wereldoorlog was Nedić Chef-staf en Minister van het Leger en de Marine. Tijdens de fascistische invasie was hij hoofd van de zuidelijke legergroep die in 2 dagen capituleerden. Na de bezetting bood hij zijn diensten aan de regering van landverraders in Servië aan. Hij bleef op zijn post gedurende de volledige tijd van nazi-bezetting en collaboreerde met de Duitsers in hun criminele misdaden tegen het volk, progressieve individuen, medestanders en vrijheidsstrijders in de Volksbevrijdings beweging.
[3] Dimitrije Ljotić, stichter en leider van de fascistische organisatie die “Zbor” (Samenkomst) wordt genoemd en een opvallende collaborateur met de nazi’s voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn volgelingen, uitgerust door de Duitsers, bevochten de Volksbevrijdings beweging gedurende de hele periode van de oorlog.