Bron: De Internationale, Nederlandstalig theoretisch orgaan van de IVe Internationale, oktober 1992, nr. 44
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !
Wir werden weiter marschieren;
wenn alles in Scherben fällt,
denn heute gehört uns Deutschland;
und morgen die ganze Welt!
(nationaalsocialistisch marslied)
Vlak voor de bruine ratten in Duitsland uit hun holen kwamen en in Rostock het startschot gaven voor een nog steeds voortdurende golf van gewelddadigheden tegen asielzoekers, verscheen een boek waarin de organisatie van de neonazi’s in Duitsland – met haar vertakkingen tot in de VS toe – onder de loep genomen wordt. Een degelijk boek, een overzichtelijk boek en momenteel vooral een nuttig boek: het is eenvoudiger een gekende vijand te bestrijden, dan een onbekende.
De door een antifascistisch schrijverscollectief uit Berlijn samengestelde studie concentreert zich vooral op de Gesinnungsgemeinschaft der Neuen Front (GdNF). Deze GdNF is een door de vorig jaar overleden Michael Kühnen opgerichte, strak georganiseerde kaderorganisatie, die zich groepeert rond het blad ‘die Neue Front’. De GdNF is opgesplitst in zeven Bereichen (gebieden). Eén van deze Bereichen is het Bereich Niederlande, beter bekend als het Aktiefront Nationale Socialisten (ANS).[1] Het Bereich Niederlande is op haar beurt opgedeeld in een Gau (gewest) Niederlande en een Gau Flandern. Volgens het boek ‘Drahtzieher im Braunen Netz’ (Bestierders van het bruine netwerk) bestaat het ledental in Vlaanderen uit ongeveer twintig personen, vrijwel allemaal afkomstig uit de voormalige Vlaamse Militanten Orde (VMO), die activiteiten ontplooien in Antwerpen, Luik, Brussel, Leuven en Tienen.
Het Gau Niederlande zou bestaan uit tachtig mensen en die zouden vooral actief zijn in Groningen, Amsterdam, Delfzijl/Appingedam, Breda en Sneek-Bolsward-Drachten. Deze ledentallen zijn overgenomen uit ‘die Neue Front’ en wat Nederland betreft lijkt mij dat het aantal leden gehalveerd moet worden. Ik baseer me hierbij op een in Duitsland buitgemaakte verzendlijst (van begin 1991) van ‘die Neue Front’, waarop achter de naam van de grote man in Nederland, Bereichsleiter Eite Homan uit Groningen, met pen het getal veertig staat vermeld. Het ligt voor de hand aan te nemen dat dit getal betrekking heeft op het aantal exemplaren van het blad dat Homan toegezonden krijgt. En aangezien Homan het enige Nederlandse lid van de GdNF is dat op de lijst voorkomt, is het niet waarschijnlijk dat het ANS meer dan veertig leden heeft in het Gau Niederlande.
De doelstelling van de GdNF is te komen tot opheffing van het nationaalsocialisme-verbod, om vervolgens de National Sozialistischen Deutschen Arbeiterpartei (NSDAP) weer op te richten. De GdNF beschouwt zichzelf als de ‘legale arm’ van de nationaalsocialistische beweging in Duitsland De ‘illegale’ arm is de zogeheten NSDAP/AO (AO staat voor Auslands- und Aufbauorganisation), die formeel onder leiding staat van de in de VS woonachtige en daar geboren en getogen Gerry Lauck, Deze NSDAP/AO moet, na het opheffen van het NS-verbod, bovengronds komen en de nieuwe nationaalsocialistische partij worden. De GdNF zal zich in dat geval omvormen tot de ‘knuppelgarde’ van die partij. Om zich op die taak voor te bereiden, stichtte de GdNF in 1989 een nieuwe Sicherheits Abteilung (SA). Deze SA is een van de zogenaamde frontorganisaties van de GdNF. Frontorganisaties zijn in de woorden van Michael Kühnen “aaneensluitingen van nationaalsocialisten voor het eisen en het doorvoeren van een bepaald specifiek politiek doel of voor het doordringen en samenvoegen van bepaalde groepen en lagen van de bevolking. Een frontorganisatie is dus altijd een nationaalsocialistische organisatie en dient ter rekrutering van nieuwe aanhangers voor het nationaalsocialisme. Ze concentreert daarbij steeds haar krachten op een bepaald doel en/of op een bepaalde sociale groep – echter altijd in samenhang met de strategie en dus in overeenstemming met de algemene lijn van ‘die Neue Front’. Daarmee vormen frontorganisaties tegelijk het scharnier, de verbindende schakel, tussen de tactische noodzakelijkheden van de dagelijkse strijd en de langetermijnstrategie voor het in bezit nemen van de macht. Frontorganisaties zijn kaderorganisaties, worden dus door nationaalsocialistische kaders in het leven geroepen, bij elkaar gehouden en volledig gecontroleerd.”[2]
Naast frontorganisaties heeft de GdNF ook enkele Wahlorganisationen (verkiezingsorganisaties) in het leven geroepen, in de hoop op een doorbraak bij de verkiezingen. De bekendste van deze Wahlorganisationen zijn de Deutsche Alternative (DA) en de Nationale Liste (NL). Deze Wahlorganisationen zijn tot nu toe niet echt succesvol geweest.
Hoe de tactiek van het opbouwen van frontorganisaties in de praktijk werkt, wordt duidelijk aan de hand van het voorbeeld van de Anti-Zionistische-Aktion (AZA). Deze AZA leed net als de meeste frontorganisaties enkele jaren een slapend bestaan. Totdat Kühnen en de zijnen de tijd gekomen achtten de AZA nieuw leven in te blazen. Dit gebeurde tijdens de aanloop tot de Golfoorlog. De neonazi’s zagen in Saddam Hoessein een bondgenoot: hij kwam in opstand tegen de Verenigde Staten – iets dat de anti-Amerikaanse GdNF zeer bekoorde – en dreigde bovendien in geval van oorlog Israel in het conflict te betrekken, hetgeen de fanatieke antisemieten helemaal als muziek in de oren klonk.
En dus moest Saddam Hoessein gesteund worden in zijn strijd tegen de VS en de ‘joodse roofstaat’ Israel. Om deze steun te organiseren werd de AZA tot leven gewekt. De rabiate antisemiet Roland Tabbert, een nationaalsocialist van de oude generatie, werd bereid gevonden de leiding van deze frontorganisatie op zich te nemen. Kühnen en Tabbert begonnen onderhandelingen met Irakese diplomaten om te komen tot de vorming van een Antizionistisch Legioen, dat onder leiding van de (toen al doodzieke) Michael Kühnen aan de zijde van Saddam Hoessein moest gaan vechten. Er werd zelfs een ontwerpverdrag opgesteld en met de rekrutering voor het legioen werd begonnen. Of het verdrag ook werkelijk ondertekend is, is niet bekend. In ieder geval heeft het Legioen Irak nooit bereikt. ANS-Bereichsleiter Homan hierover: “De hele operatie is afgeketst op het feit dat Iran geen toestemming wilde geven om via Iraans grondgebied Irak binnen te komen.”
Hoe het ook zij, het feit dat de nationaalsocialisten van de GdNF de bereidheid uitspraken en actie ondernamen om daadwerkelijk aan een oorlog deel te nemen, werpt een heel ander licht op de door sommigen als stoerdoenerij afgedane paramilitaire trainingskampen die de GdNF regelmatig organiseert. Zoals het feit dat leidende figuren van de GdNF meermalen gesignaleerd zijn op plaatsen waar asielzoekerscentra werden aangevallen – op de achtergrond uiteraard, dirigerend en organiserend – de door de meeste burgerlijke journalisten aangehangen theorie dat het momenteel in Duitsland gaat om ongeorganiseerde acties van enkele relschoppers, wel heel ongeloofwaardig maakt. Dat de Bereichsleiter Niederlande Eite Homan – een van de tien leidende figuren van de GdNF – al weken in Duitsland vertoeft, is eveneens een veeg teken.
Voor iedereen die zich bezighoudt met antiracisme en antifascisme, voor iedereen die weten wil hoe de nazi’s zich georganiseerd hebben, hoe ze heten en hoe ze er uitzien, is ‘Drahtzieher im Braunen Netz’ een onmisbaar naslagwerk.
Groningen, 18 september 1992
Drahtzieher im Braunen Netz, Der Wiederaufbau der ‘NSDAP’. Ein Handbuch des antifaschistischen Autorenkollektivs Berlin
ID-Archiv der IISG.
ISBN 3-89408-022-1.
176 pp. f29,80
_______________
[1] Over het ANS verschijnt binnenkort van de hand van Karel ten Haaf: ‘...en morgen de hele wereld? Het Aktiefront Nationale Socialisten (ANS). De Kühnenbeweging in Nederland 1984-1992. Een documentaire.’
[2] Michael Kühnen: ‘Politisches Lexikon der Neuen Front’. z.p., z.j. [1987?], p.81.