Redactie

Naar de overwinning in Vietnam


Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, februari 1968, jg. 11
Deze versie: Spelling aangepast
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
Verdedig de Vietnamese revolutie
Vietnam: het landbouwprobleem
Vietnam na de hereniging

Het massale offensief van het Zuid-Vietnamese Bevrijdingsfront (FLN) heeft de Amerikanen en hun handlangers een schok bezorgd die zij niet te boven zullen komen. Een Nederlandse journalist die vorig jaar nog in Vietnam was geweest, schreef in zijn krant een heel stuk over de bestorming van het zwaar beschermde fort in Saigon dat Amerikaanse ambassade heet. Het is ongelooflijk schreef de journalist, die het fort kent; en aan het slot van zijn artikel herhaalde hij nog enige malen dat het niet te geloven was. Maar het was toch allemaal echt gebeurd.

Nog sterker dan vroeger heeft de kracht van de guerrilla’s en de omvang van hun aanhang onder de Vietnamese bevolking de wereld laten zien hoe identiek de opvattingen van de Amerikanen en hun officiële berichtgeving zijn met die der nazi’s in de laatste wereldoorlog. Ook toen “onoverwinnelijke legers” die hoogstens “terugtrekkende bewegingen” maakten om de “vijand” beter te kunnen vernietigen. Ook toen een bevolking die geheel stond aan de zijde van de “bestrijders van, het communisme”. Toen ging alles ter meerdere glorie van Hitlers Derde Rijk, nu ter verdediging van de “westerse waarden” en de “democratie”. Wie generaal Westmoreland voor de tv heeft gezien, steeds opgeschrikt door om hem heen ontploffende bommen, zal geen verschil hebben kunnen ontdekken met de meest sinistere SS-leiders. Westmoreland zal dóór vechten, dat wil zeggen doormoorden tot er geen Vietnamees meer in leven is. De Amerikaanse legerleiding zal, gezien de hopeloze positie waarin ze nu verkeert, steeds sterker aandringen op gebruikmaking van atoomwapens. Eerst tegen Noord-Vietnam, dan tegen China. Dat is wat de Amerikanen nu onder pacificatie verstaan.

***

Door eigen kracht en massale medewerking van de bevolking, die de plannen van het Bevrijdingsfront volkomen geheim hield, is de paniek onder de Amerikaanse legerleiders, regering en diplomaten tot een hoogtepunt gestegen, Amerikaanse en Zuid-Vietnamese inlichtingendiensten, die geen methode ongebruikt laten om een ondervraagde “uit te persen” wisten van niets. Generaal Weygand, hoofd van de Amerikaanse bezetting in Saigon moest verklaren: “De vijand wist hele bataljons, zware mitrailleurs, bazooka’s en vlammenwerpers de stad binnen te smokkelen zonder dat iemand dat ons verraadde.” En zoals het in Saigon ging, gebeurde het in tientallen andere steden waar Revolutionaire Comités werden gesticht; duizenden vrijheidsstrijders konden uit gevangenissen worden bevrijd. Maar de Amerikaanse moordenaars gaan door. “De dood is nu officiële maatstaf van het Amerikaanse succes,” schreef de journalist James Reston.

Eind januari vroeg Johnson een bedrag van 79,8 miljard dollar (ongeveer 287 miljard gulden) voor defensie; dat is 3,3 miljard dollar meer dan in het lopend begrotingsjaar. Een groot deel daarvan is bestemd voor de oorlog in Vietnam, die als afschrikwekkend voorbeeld moet dienen voor andere stukken vrijheidsstrijd, op dit ogenblik in de eerste plaats in Latijns-Amerika.

Het was de les bestemd voor ieder anti-imperialistisch verzet: kijk naar Vietnam, het loont de moeite niet. De onderdrukte volkeren zijn de Amerikaanse “lessen” echter zat, en ook in de Verenigde Staten zelf wordt het verzet steeds sterker tegen de naar een Derde Wereldoorlog voerende politiek van Johnson en zijn kliek. Dat verzet neemt verschillende vormen aan.

Er zijn de acties die zich vooral baseren op de solidariteit met de anti-imperialistische strijd in Vietnam, de solidariteit dus met de socialistische krachten.

Er is ook het verzet dat ontstaat door de tegenstellingen binnen de bourgeoisie zelf. Van die laatste stroming is bv. Robert Kennedy een vertegenwoordiger die zei dat men het geloof in een Amerikaanse overwinning wel kon opgeven en dat er van een werkelijke steun in Vietnam voor de Amerikaanse politiek geen sprake is: wij hebben in Vietnam alleen maar in naam bondgenoten.

***

Voor ons bestaat er geen twijfel aan: er zal slechts sprake zijn van één overwinning: die waarbij alle buitenlandse troepen, dat zijn de Amerikaanse en die van hun handlangers (Zuid-Korea, Australië, Nieuw-Zeeland enz.), Vietnam hebben verlaten. Van een staken van een strijd is geen sprake zolang de imperialisten Vietnamees grondgebied bezet houden en doorgaan met hun bombardementen op Noord-Vietnam, en nu ook op Zuid-Vietnam.

De gehele bevolking van Zuid-Vietnam, op enkele corrupte groepen na, staat aan de zijde van het Bevrijdingsfront en ondervindt aan den lijve dat de Amerikanen in alle opzichten optreden als bezetters.

Daarom kan er ook geen sprake van zijn, zoals in de door de Tweede Kamer aangenomen motie-Van der Stoel gebeurde, een beroep op “beide partijen” te doen de strijd te staken. In die motie was geen enkele sprake van een veroordeling van de Amerikaanse politiek, om van een solidarisering met het Bevrijdingsfront nog naar niet eens te spreken. Hoe de PSP er voor kon stemmen is ons een raadsel; in een andere motie eiste de PSP gelukkig wel de terugtrekking van de Amerikaanse troepen.

Het debat in de Kamer heeft opnieuw duidelijk gemaakt dat alle volksvertegenwoordigers – op die van de CPN en de PSP na – aan de zijde staan van het imperialisme. Ook nu nog wensen zij de grote NAVO-‘bondgenoot’ niet in de steek te laten. Daarmee kiezen ze vóór de Amerikaanse terreur, vóór de moordenaars. Het is toch goed dat te weten. In verband met de duidelijkheid.
DE REDACTIE