Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, juni 1965, jg. 8.
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !
De voorzitter van de Nederlandse Aannemers en Patroons Bond (NAPB), de heer Te Pas, vond het noodzakelijk z’n nood te klagen over de toestanden in de Amsterdamse bouw. “Intimidatie en terreur zijn aan de orde van de dag” zo zei hij.. Inderdaad wij kunnen dat niet tegenspreken en daar hebben wij ook helemaal geen behoefte aan. De toestand in de bouw is nog steeds verre van rooskleurig. Al moeten wij opmerken dat Te Pas het over een andere toestand heeft als wij. De heren aannemers staat een toestand voor ogen die voor hen een paradijs is en waar superwinsten gemaakt worden en de arbeiders nog meer van hen afhankelijk zijn; waar zij iemand kunnen aannemen en ontslaan wanneer zij dat believen; waar niemand zich tegen de negenuren-dag durft verzetten. Kortom een toestand waarin de arbeiders onbeperkt Uitgebuit kunnen worden. Als hij zorgen over de toestand heeft, dan willen wij er wel aan meehelpen dat hij nog meer zorgen krijgt. Want voor de bouwvakkers is het nog verre van ideaal. Terwijl de Europese vakbeweging ernstig werk maakt van de 40-urige werkweek, schreeuwen de patroons hier moord en brand als de bouwvakkers al vast de 42 1/2 uur in de praktijk invoeren. Wat de intimidatie en terreur aangaat, zeker zijn dat verschijnselen die in de bouw voorkomen, maar dan niet van de kant waar Te Pas het van suggereert, maar van de kant van de patroons. Wij denken daarbij aan de maatregelen die de ondernemers tegen de ontslagen bouwvakarbeiders bij v. d. Meijden te Amsterdam hebben genomen, door ze op een zogenaamde zwarte lijst te zetten. Hierdoor was het de arbeiders onmogelijk geworden om werk bij andere patroons te vinden. Hetzelfde heeft zich in de laatste weken herhaald met arbeiders van Siemerink, die met toestemming van de stakingsleiding bij andere patroons werk hadden gevonden. Deze patroons werden op straffe van een boete van tienduizend gulden gedwongen door hun patroonsorganisaties de arbeiders weer te ontslaan. Dat is de terreur die er in de bouw bestaat. Het is de broodroof door de ondernemers. Is het niet logisch dat onder die omstandigheden de bouwvakkers op middelen zinnen om hun gezinnen te beschermen? In de bouw heerst de door de uitbuiters geschapen jungle. Slechts door hechte solidariteit en nauwe aaneensluiting in de vakbeweging kan aan deze toestand een einde worden gemaakt.
Henk de Vries