V.I. Lenin

Over de taken van de vrouwelijke arbeidersbeweging in de Sovjetrepubliek


Geschreven: Redevoering op de vierde stedelijke conferentie van partijloze arbeidsters in Moskou op 23 September 1919
Eerste publicatie: Pravda, No. 213, September 25, 1919
Bron: V.I. Lenin, Over de emancipatie van de vrouw, Progres uitgeverij, Moskou, 1977, p.59-65
Transriptie: LSP, augustus 2004
HTML: Maarten Vanheuverswyn, voor het Marxists Internet Archive, oktober 2004. De tekst is omgezet naar de nieuwe spelling.



Kameraden, ik ben bijzonder verheugd de conferentie van arbeidsters te kunnen begroeten. Ik ben zo vrij om die thema’s en vraagstukken die iedere arbeidster en elke bewuste mens uit de werkende massa’s natuurlijk het meest bezighouden niet aan te roeren. Dat zijn de meest brandende vraagstukken — het vraagstuk van het graan en van onze militaire positie. Maar zoals ik weet uit de krantenverslagen over uw vergaderingen zijn deze vraagstukken hier op uitputtende wijze behandeld door kameraad Trotski met betrekking tot de militaire zaak en door kameraad Jakovleva en Sviderski wat betreft het vraagstuk van het graan — en daarom verzoek ik u mij toe te staan deze vraagstukken niet aan te roeren.

Ik zou wel een paar woorden willen zeggen over de algemene taken van de vrouwelijke arbeidersbeweging in de Sovjetrepubliek, zowel over de taken die in verband staan met de overgang naar het socialisme in het algemeen als over de problemen die zich nu met bijzonder grote hardnekkigheid op de voorgrond dringen. Kameraden, het vraagstuk van de positie van de vrouw is al vanaf het allereerste begin door de Sovjetmacht aan de orde gesteld. Het lijkt me toe dat de taak van elke arbeidersstaat die overgaat naar het socialisme van tweeërlei aard zal zijn. En het eerste deel van die taak is betrekkelijk simpel en gemakkelijk. Het raakt die oude wetten, die de vrouw in een ongelijkgerechtigde positie plaatsten in vergelijking met de man.

Al heel lang hebben de vertegenwoordigers van de bevrijdingsbewegingen in West-Europa in het verloop van niet alleen tientallen jaren, maar zelfs van eeuwen de eis gesteld van de afschaffing van deze verouderde wetten en de gelijkstelling van man en vrouw volgens de wet, maar het is niet één van die democratische Europese staten en niet één van de meest vooraanstaande republieken gelukt om dat te verwezenlijken, omdat daar waar het kapitalisme bestaat, daar waar de particuliere eigendom van de grond, de particuliere eigendom van fabrieken en bedrijven, en de macht van het kapitaal behouden blijven, de voorrechten blijven rusten bij de mannen. Het is in Rusland alleen maar gelukt om dit door te voeren omdat hier vanaf 25 oktober 1917 de arbeidersmacht is ingesteld. De Sovjetmacht heeft zich vanaf het allereerste begin de taak gesteld om te bestaan als de macht van de werkers, die vijandig staat tegenover elke vorm van uitbuiting. Zij heeft zich de taak gesteld van de vernietiging der mogelijkheden voor uitbuiting van de werkers door de landheren en de kapitalisten, van de vernietiging van de heerschappij van het kapitaal. De Sovjetmacht streefde ernaar dat de werkers hun eigen leven konden opbouwen zonder de particuliere eigendom van de grond, zonder de particuliere eigendom van fabrieken en bedrijven, zonder de particuliere eigendom die overal, over de hele wereld, zelfs bij volledige politieke vrijheid en zelfs in de meest democratische republieken de werkers praktisch in de positie van armoede en loonslavernij plaatste en de vrouw in de positie van een dubbele slavernij.

De Sovjetmacht heeft als de macht van de werkers al in de eerste maanden van haar bestaan in de wetgeving die de vrouwen betrof een meest resolute omwenteling doorgevoerd. Van de wetten die de vrouw in een ondergeschikte positie plaatsten is in de Sovjetrepubliek geen steen op de andere gebleven. Ik heb het nu juist over die wetten die in het bijzonder gebruik maakten van de zwakkere positie van de vrouw door haar in een ongelijkberechtigde en dikwijls zelfs vernederende toestand te plaatsen, d.w.z., de wetten over de echtscheiding en over het buitenechtelijke kind en over het recht van de vrouw om de man te dwingen om het kind te onderhouden.

Juist op dat gebied maakt de burgerlijke wetgeving, en het moet gezegd worden: zelfs in de meest vooraanstaande landen, gebruik van de zwakke positie van de vrouw door haar ongelijkberechtigd te laten en haar te vernederen. En juist op dat gebied heeft de Sovjetmacht van de oude onrechtvaardige en voor vertegenwoordigers van de werkende massa’s onverdraaglijke wetten dan ook geen steen op de andere gelaten, En wij kunnen nu, vervuld van trots en zonder de geringste overdrijving, zeggen dat er buiten Sovjet-Rusland niet één land ter wereld is waar volledige gelijkberechtiging voor de vrouw bestaat en waar de vrouw niet in een vernederende positie wordt geplaatst, die zo sterk voelbaar is in het familieleven van alledag. Dat was een van onze eerste en belangrijkste taken.

Als u wel eens in aanraking komt met partijen die vijandig tegenover de bolsjewieken staan, of als u kranten in handen krijgt die in het Russisch worden uitgegeven in gebieden die door Koltsjak of Denikin zijn bezet, of als u wel eens praat met mensen die op hetzelfde standpunt staan als deze kranten, dan kunt u uit hun mond vaak de beschuldiging vernemen dat de Sovjetmacht de democratie zou schenden.

Wij als vertegenwoordigers van de Sovjetmacht, als bolsjewieken en communisten, als verdedigers van de Sovjetmacht krijgen voortdurend het verwijt te horen dat wij de democratie hebben geschonden, en als bewijs voor deze beschuldiging komt men aanzetten met het feit dat de Sovjetmacht de Constituante[1] heeft uiteengejaagd. Wij antwoorden als volgt op die beschuldiging: aan die democratie en aan die Constituante die zijn ontstaan onder de particuliere eigendom van de grond, toen de mensen onderling niet gelijk waren, toen de kapitaalbezitter heer en meester was en de anderen, die hij hem in dienst stonden, zijn loonslaven — aan die democratie hechten wij geen waarde. Een dergelijke democratie heeft altijd de slavernij verhuld, zelfs in de meest ontwikkelde staten. Wij socialisten zijn alleen in zoverre verdedigers van de democratie als zij de toestand van de werkers en de verdrukten verlicht. Het socialisme stelt zich over de hele wereld tot taak om te strijden tegen iedere vorm van uitbuiting van de ene mens door de andere. Voor ons is van werkelijke betekenis die democratie, die in dienst staat van de uitgebuitenen, van hen die in een toestand van ongelijkheid zijn geplaatst. Als hij die niet werkt wordt ontheven van zijn kiesrechten, dan is dit pas werkelijke gelijkheid onder de mensen. Wie niet werkt zal niet eten.

In antwoord op die beschuldigingen zeggen wij dat het vraagstuk aan de orde gesteld moet worden hoe de democratie in een bepaalde staat wordt verwezenlijkt. Wij zien in alle democratische republieken dat er gelijkheid wordt uitgeroepen, maar in de civiele wetten en in de wetten over de rechten van de vrouw betreffende haar positie in het gezin en met betrekking tot de echtscheiding zien wij bij elke stap de ongelijkheid en de vernedering van de vrouw; en dan zeggen wij, dat dit een schending is van de democratie en in het bijzonder met betrekking tot de onderdrukten. De Sovjetmacht heeft meer dan alle andere, ook de meest ontwikkelde landen de democratie verwezenlijkt door in haar wetten niet ook maar de geringste toespeling te laten op de ongelijkheid van de vrouw. Ik herhaal: geen enkele staat en geen enkele democratische wetgeving heeft voor de vrouwen ook maar de helft gedaan van hetgeen de Sovjetmacht al in de eerste maanden van haar bestaan heeft verricht.

Natuurlijk zijn wetten alleen niet genoeg en wij stellen ons geenszins tevreden met decreten alleen. Maar op het gebied van de wetgeving hebben wij alles gedaan wat er van ons geëist werd voor de gelijkstelling van de maatschappelijke positie van de vrouw met die van de man en daar kunnen wij met recht trots op zijn. De positie van de vrouw in Sovjet-Rusland is nu zodanig, dat ze ideaal is vanuit het standpunt van de meest ontwikkelde landen. Maar wij zeggen tegen onszelf dat dit natuurlijk nog pas het begin is.

De positie van de vrouw is gezien haar werk in de huishouding nog steeds benard. Voor de volledige emancipatie van de vrouw en voor een daadwerkelijke gelijkheid tussen haar en de man is het nodig dat er een gemeenschappelijke huishouding komt en dat de vrouw deel neemt aan de algemene productieve arbeid. Dan zal de vrouw dezelfde positie innemen als de man.

Natuurlijk is er hier geen sprake van dat de vrouw in de arbeidsproductiviteit wordt gelijkgesteld, of in de hoeveelheid werk, de duur en de omstandigheden ervan enz., maar bedoeld wordt dat de vrouw in tegenstelling tot de man niet meer wordt onderdrukt door haar huishoudelijke positie. U weet allemaal dat er zelfs bij een volledige gelijkberechtiging nog altijd die feitelijke onderdrukking van de vrouw blijft bestaan, omdat de hele huishouding op haar schouders neerkomt. Die huishouding is in de meeste gevallen het meest onproductieve, het meest primitieve en het meest moeizame werk, wat de vrouw doet. Het is uitermate nietszeggend werk, dat niets in zich heeft dat ook maar enigszins zou kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van de vrouw.

Bij het volgen van het socialistische ideaal willen wij strijden voor de volledige verwezenlijking van het socialisme en hier ontvouwt zich voor de vrouw een uitermate weids werkterrein. Wij bereiden ons nu serieus voor op de zuivering van de grond voor de socialistische opbouw en de opbouw van de socialistische samenleving zal pas dan beginnen wanneer wij na de volledige gelijkheid van de vrouw te hebben bereikt ons aan dat nieuwe werk zetten tezamen met de vrouw, bevrijd als zij is van dat geringe, afstompende, onproductieve werk. En voor dat werk zullen wij vele, vele jaren nodig hebben.

Dat werk kan geen snelle resultaten opleveren en zal geen schitterende effecten tot gevolg hebben.

Wij zullen modelinstellingen scheppen, eetzalen en crèches, die de vrouw zullen bevrijden van het huishouden. En juist hier zal het werk dat verzet moet worden bij de inrichting van al die instellingen neerkomen op de vrouwen. Erkend moet worden dat er nu in Rusland heel weinig instellingen zijn die de vrouw helpen om zich op te werken uit de toestand van een huisslavin. Er is er nog maar een minuscuul aantal van en de omstandigheden waarin de Sovjetrepubliek zich nu geplaatst ziet — zowel militaire omstandigheden als die van de levensmiddelen, waarover de kameraden het hier uitvoerig met u hebben gehad — hinderen ons bij dit werk. Maar niettemin moet gezegd worden dat deze instellingen, die de vrouw bevrijden uit de toestand van een huisslavin, overal verschijnen waar er ook maar de geringste mogelijkheid toe is.

Wij zeggen dat de bevrijding van de arbeiders het werk van de arbeiders zelf moet zijn en precies zo moet de emancipatie van de werkende vrouwen de zaak van de werkende vrouwen zelf zijn. De werkende vrouw moet zich zelf bekommeren om de ontwikkeling van dergelijke instellingen en die activiteit van de vrouw zal leiden tot een volledige ommekeer in haar oude positie in de kapitalistische maatschappij.

Om je met politiek bezig te houden was in de kapitalistische maatschappij een bijzondere opleiding nodig en daarom was de deelname van de vrouwen in de politiek, zelfs in de meest ontwikkelde en vrije kapitalistische landen, van praktisch geen betekenis. Onze taak bestaat hierin, dat wij de politiek toegankelijk maken voor iedere werkende vrouw. Vanaf het moment dat de particuliere eigendom van de grond en de fabrieken vernietigd is en de macht van de landheren en kapitalisten omver is geworpen, worden de taken van de politiek voor de werkende massa en de werkende vrouwen simpel, helder en voor eenieder volkomen toegankelijk. In de kapitalistische maatschappij wordt de vrouw in een dusdanig ongelijke positie geplaatst dat haar deelname aan de politiek een minuscuul gedeelte uitmaakt in vergelijking met de man. Om in die situatie verandering te brengen is het nodig dat de macht van de werkers zelf wordt ingesteld en dan zullen de belangrijkste taken van de politiek bestaan uit alles wat direct raakt aan het lot van de werkers zelf.

En ook hier is de deelname van de werkende vrouwen, niet alleen van de partijgenotes en de bewuste vrouwen, maar ook die van de partijloze en de meest onbewuste vrouwen noodzakelijk. Hier wordt door de Sovjetmacht voor de werkende vrouw een uitgebreid werkterrein opengelegd.

Wij hebben het bijzonder moeilijk gehad in de strijd tegen de krachten die vijandig staan tegenover de Sovjetrepubliek en die daartegen een veldtocht ondernemen. Wij hebben het eveneens moeilijk gehad in de strijd op militair terrein tegen de krachten die ten oorlog trekken tegen de macht van de werkers, en ook op het gebied van de voedselvoorziening tegen de speculanten, omdat het aantal mensen, die ons van ganser harte door hun eigen werk te hulp zouden komen, niet voldoende groot is. En ook hier weet de Sovjetmacht niets zo hoog te schatten als de hulp van de brede massa van partijloze werkende vrouwen. Laat ze weten dat er in de oude burgerlijke maatschappij voor politieke activiteiten misschien een ingewikkelde opleiding nodig was, die ontoegankelijk was voor de vrouw. Maar de politieke activiteit van de Sovjetrepubliek stelt als haar voornaamste taak de strijd tegen de landheren en de kapitalisten, de strijd voor de vernietiging van de uitbuiting — en daarom wordt in de Sovjetrepubliek voor de werkende vrouwen het terrein van de politieke activiteit opengelegd, die hierin bestaat dat de vrouw met haar organisatorische vaardigheid de man helpt.

Wij hebben niet alleen behoefte aan organisatorisch werk op miljoenenschaal. Wij hebben ook behoefte aan organisatorisch werk op de allerkleinste schaal, dat ook de vrouwen de gelegenheid biedt om te werken. De vrouw kan ook onder oorlogsomstandigheden werken, wanneer het gaat om steun voor het leger en om agitatie daarin. De vrouw moet aan dat alles actief deelnemen, zodat het Rode Leger ziet dat men er zich om bekommert en er zich zorgen om maakt. De vrouw kan ook werken op het gebied van de voedselvoorziening — bij de distributie van de levensmiddelen en hij de verbetering van de publieke voedselvoorziening evenals bij de ontwikkeling van de eetzalen, zoals die nu zo wijd verspreid zijn in Petrograd.

Dat zijn de gebieden waarop de activiteit van de werkende vrouwen van daadwerkelijke organisatorische betekenis wordt. Deelname van de vrouw is onontbeerlijk hij de inrichting van grote modelbedrijven en voor het toezicht daarop, zodat die zaak bij ons niet een zaak van uitzonderingen blijft. Zonder de deelname van een groot aantal vrouwen aan die zaak zal zij onuitvoerbaar blijven. De werkende vrouw kan die zaak ook benaderen in de zin van het toezicht op de distributie van levensmiddelen alsook op de gemakkelijke verkrijgbaarheid daarvan. Voor die taak is de werkende partijloze vrouw volkomen berekend en bovendien zal de verwezenlijking van die taak meer dan wat ook bijdragen tot de consolidatie van de socialistische samenleving.

Na de afschaffing van de particuliere eigendom van de grond en na de vrijwel volledige afschaffing van de particuliere eigendom van fabrieken en bedrijven streeft de Sovjetmacht ernaar dat alle werkers, niet alleen de partijgenoten, man ook partijlozen — en niet alleen de mannen, maar ook de vrouwen deelnemen aan die economische opbouw! Deze door de Sovjetmacht aangevangen zaak kan alleen vooruit worden gebracht wanneer er in Rusland in plaats van honderden vrouwen door het hele land miljoenen en miljoenen vrouwen aan meewerken. Dan zal de zaak van de socialistische opbouw geconsolideerd worden — daarvan zijn wij overtuigd. Dan zullen de werkers bewijzen dat zij ook wel zonder de landheren en zonder de kapitalisten kunnen leven en huishouden. Dan zal de socialistische opbouw in Sovjet-Rusland zo stevig staan dat de Sovjetrepubliek niet bang hoeft te zijn voor welke externe vijanden in andere landen en in Rusland zelf dan ook.

_______________
[1] De Constituante of Constituerende Vergadering werd door de Sovjetmacht op 5 januari 1918 bijeengeroepen. De verkiezingen voor de Constituante vonden plaats volgens de lijsten die voor de Oktoberrevolutie waren samengesteld, waardoor de samenstelling van de Constituante een afgesloten stadium in de ontwikkeling van het land weerspiegelde, toen de vertegenwoordigers van de partijen van de mensjewieken en sociaal-revolutionairen, maar van de kadetten, nog aan de macht waren. Het resultaat was een scherpe kloof tussen de wil van de overweldigende meerderheid van de bevolking die zijn uitdrukking vond in de schepping van de Sovjetmacht en de politiek die werd bedreven door de uit sociaal-revolutionairen, mensjewieken en kadetten bestaande minderheid, die uitdrukking gaf aan de belangen van de burgerij en de koelakken. De Constituante weigerde om de door de bolsjewieken voorgestelde “Verklaring van de rechten van het werkende en uitgebuite volk” te beoordelen, zij wenste de decreten over de vrede en over de grond alsmede het decreet over de overgang van de macht naar de Sovjets, die door het Tweede Congres van de Sovjets waren aanvaard, niet te bevestigen. De verklaring ten gehore te hebben gebracht verlieten de bolsjewieken de Constituerende Vergadering, die blijk had gegeven van haar vijandige opstelling tegenover de belangen van de werkende bevolking. Op 7 januari 1918 werd de Constituante ontbonden.