V.I. Lenin
De dreigende catastrofe en hoe die te bestrijden


12. De oorlog en de strijd tegen de ontwrichting

In verband met het vraagstuk van maatregelen ter bestrijding van de naderende catastrofe zouden wij hier een andere, uiterst belangrijke kwestie willen belichten, nl. die van het verband tussen binnenlandse en buitenlandse politiek of, anders uitgedrukt, die van de verhouding tussen een imperialistische veroveringsoorlog en een revolutionaire, proletarische oorlog, tussen een misdadige roofoorlog en een rechtvaardige democratische oorlog.

Alle door ons geschetste maatregelen ter bestrijding van de catastrofe zouden, zoals wij al hebben opgemerkt, het verdedigingspotentieel of, anders gezegd, de militaire macht van het land buitengewoon versterken. Dit aan de ene kant. Maar aan de andere kant kan men deze maatregelen niet in de praktijk brengen zonder de veroveringsoorlog om te zetten in een rechtvaardige oorlog, zonder de oorlog, die de kapitalisten in het belang van de kapitalisten voeren, om te zetten in een oorlog die het proletariaat in het belang van alle werkende en uitgebuite mensen voert.

Inderdaad, nationalisatie van de banken en syndicaten zou, gecombineerd met opheffing van het zakengeheim en controle door de arbeiders op de kapitalisten, niet alleen een reusachtige besparing van arbeid van het volk betekenen, zou niet alleen de mogelijkheid bieden krachten en middelen te besparen, maar zou ook verbetering van de toestand van de werkende massa’s, van de meerderheid der bevolking betekenen. Zoals iedereen weet is in een moderne oorlog de economische organisatie van doorslaggevende betekenis. Er is in Rusland voldoende graan, steenkool, aardolie en ijzer; in dit opzicht is onze situatie beter dan die van welk ander oorlogvoerend Europees land ook. Door het bestrijden van de ontwrichting met de genoemde middelen, door het mobiliseren van de massa’s tot zelfstandig handelen in deze strijd, door het verbeteren van hun toestand en door het nationaliseren van banken en syndicaten zou Rusland gebruik kunnen maken van zijn revolutie en van zijn democratie om het land op een onvergelijkelijk hogere trap van economische organisatie te brengen.

Als de sociaal-revolutionairen en mensjewieken, in plaats van een ‘coalitie’ aan te gaan met de bourgeoisie, die alle controlemaatregelen dwarsboomt en de productie saboteert, in april de overdracht van de macht aan de sovjets ten uitvoer hadden gelegd en als ze hun inspanningen hadden gericht niet op de ‘ministers-mallemolen’, niet op het bureaucratisch naast de kadetten bezetten van en blijven zitten op de zetels van ministers, onderministers enz., enz., maar op het leiding geven aan de arbeiders en boeren bij hun controle op de kapitalisten, bij hun oorlog tegen de kapitalisten, dan zou Rusland thans een land zijn dat bezig was zijn economische leven volledig om te vormen: de grond zou aan de boeren toebehoren en de banken zouden genationaliseerd zijn, d.w.z. Rusland zou in dit opzicht (en dat zijn uitermate belangrijke economische grondslagen van het moderne leven) hoger staan dan alle overige kapitalistische landen.

Het verdedigingspotentieel, de militaire macht van een land met genationaliseerde banken is groter dan die van een land, waar de banken in particuliere handen blijven. De militaire macht van een agrarisch land, waar de grond zich in handen van boerencomités bevindt, is groter dan die van een land waar de grond het eigendom is van landheren.

Men beroept zich voortdurend op het heldhaftige patriottisme van de Fransen in de jaren 1792-1793 en op de wonderen van militaire heldenmoed die zij hebben volbracht. Men vergeet evenwel de materiële, historisch-economische voorwaarden die deze wonderen pas mogelijk hebben gemaakt. De werkelijk revolutionaire afrekening met het overleefde feodalisme, de overgang van het gehele land naar een hogere productiewijze, naar het vrije grondbezit van de boeren, een overgang die met een waarlijk revolutionair-democratische snelheid, vastberadenheid, energie en overgave plaats had — dat waren de materiële, economische voorwaarden, die Frankrijk met een ‘wonderbaarlijke’ snelheid hebben gered, doordat ze zijn economische grondslag hebben omgevormd en vernieuwd.

Het voorbeeld van Frankrijk leert ons slechts één ding: om Rusland in staat te stellen zich te verdedigen, om ook in Rusland ‘wonderen’ van heldendom van de massa’s te bereiken, moet men met een ‘jakobijnse’ meedogenloosheid al het oude wegvagen en Rusland economisch vernieuwen en omvormen. Dat kan in de 20ste eeuw echter niet geschieden door het uit de weg ruimen van het tsarisme alleen (Frankrijk heeft zich 125 jaar geleden al niet daartoe beperkt). Dat kan zelfs niet teweeggebracht worden door het langs revolutionaire weg afschaffen van het grootgrondbezit alleen (zelfs dat hebben we niet gedaan, want de sociaal-revolutionairen en mensjewieken hebben de boeren verraden!), door het overdragen van de grond aan de boeren alleen. Want we leven in de 20ste eeuw; de heerschappij over de grond zonder de heerschappij over de banken is niet voldoende om het leven van het volk te kunnen omvormen en vernieuwen.

De materiële vernieuwing van Frankrijk, de vernieuwing van zijn productie aan het eind van de 18de eeuw ging hand in hand met de politieke en geestelijke vernieuwing, met de dictatuur van de revolutionaire democratie en van het revolutionaire proletariaat (waar de democratie zich niet van afzonderde en dat nog nagenoeg volledig met haar versmolten was), met de niets ontziende oorlog die aan alles wat reactionair was werd verklaard. Het gehele volk en vooral de massa’s, d.w.z. de onderdrukte klassen, waren aangegrepen door een grenzeloze revolutionaire geestdrift. Allen beschouwden de oorlog als een rechtvaardige verdedigingsoorlog, en dat was hij in feite ook. Het revolutionaire Frankrijk verdedigde zich tegen het reactionair-monarchistische Europa. Niet in de jaren 1792-1793, maar vele jaren later, na de overwinning van de reactie in het land zelf, veranderde de contrarevolutionaire dictatuur van Napoleon de verdedigingsoorlogen van Frankrijk in veroveringsoorlogen.

En in Rusland? Wij gaan door met het voeren van een imperialistische oorlog, in het belang van de kapitalisten, in bondgenootschap met de imperialisten, in overeenstemming met de geheime verdragen die de tsaar met de kapitalisten van Engeland enz. heeft gesloten en waarin hij de Russische kapitalisten de uitplundering van vreemde landen, Constantinopel, Lvov, Armenië enz. heeft beloofd.

De oorlog blijft van de kant van Rusland een onrechtvaardige, een reactionaire, een veroveringsoorlog, zolang Rusland niet een rechtvaardige vrede aanbiedt en zolang het niet met het imperialisme breekt. Het sociale karakter van een oorlog, zijn ware betekenis, wordt niet bepaald door de omstandigheid waar de vijandelijke troepen zich bevinden (zoals de sociaal-revolutionairen en mensjewieken denken, die tot de primitiviteit van een ongeletterde boer afzakken). Het karakter van een oorlog wordt bepaald door de politiek die door de oorlog wordt voortgezet (‘de oorlog is louter een voortzetting van de politiek’), door de klasse die de oorlog voert en door de doeleinden die haar daarbij voor ogen staan.

Men kan de massa’s niet meeslepen in een roofoorlog gebaseerd op geheime verdragen en dan ook nog van hun kant enthousiasme verwachten. De verst ontwikkelde klasse van het revolutionaire Rusland, het proletariaat, ziet steeds duidelijker het misdadige van deze oorlog in, en niet alleen is de bourgeoisie niet in staat geweest de massa’s deze overtuiging te ontnemen, maar integendeel, het inzicht dat deze oorlog een misdaad is wordt groter. Het proletariaat van de beide hoofdsteden van Rusland is definitief internationalistisch geworden!

Hoe kan er dan sprake zijn van massale geestdrift voor de oorlog!

Binnenlandse en buitenlandse politiek — het een is onverbrekelijk met het ander verbonden. Men kan het land niet tot verdediging in staat maken zonder het grootst mogelijke heldendom van het volk, dat moedig en vastberaden de grote economische omvormingen ten uitvoer legt. En men kan onder de massa’s geen heldendom opwekken zonder met het imperialisme te breken, zonder alle volken een democratische vrede aan te bieden, zonder op die manier de roofzuchtige, misdadige veroveringsoorlog te veranderen in een rechtvaardige, revolutionaire verdedigingsoorlog.

Slechts een resolute en consequente breuk met de kapitalisten op het gebied van de binnenlandse zowel als van de buitenlandse politiek kan onze revolutie en ons land, dat door het imperialisme in een ijzeren greep wordt gehouden, redden.