Georges Dobbeleer

September 1938: de stichting van de Vierde Internationale

Was een nieuwe Internationale nodig?


Geschreven: 31 mei 2008
Bron: Rood, nr. 36, zomer 2008
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !

Qr-MIA

       


Deel deze tekst met een kennis
Het e-mailadres:


Verwant
Leon Trotski-archief
De 4de Internationale en de USSR
Voor de Vierde Internationale
Victor Serge, Leon Trotski en Henk Sneevliet en de Vierde Internationale (1936-1940)

Zeventig jaar geleden werd in de buurt van Parijs de Vierde Internationale opgericht. Dat gebeurde door 22 vertegenwoordigers uit elf verschillende landen. De omstandigheden waren barslecht en de steun voor de nieuwe Internationale was zeer beperkt. Was het dan wel zinvol om een nieuwe Internationale in het leven te roepen? George Dobbeleer gaat die vraag niet uit de weg en kadert de oprichting van de Vierde Internationale in de bredere geschiedenis van de communistische beweging. Hij concludeert met een citaat van François Moreau: “Hoe dan ook had De Vierde Internationale zijn rol te spelen; ze vertegenwoordigt een ononderbroken revolutionaire continuïteit met haar wortels in de beste periode van de Communistische Internationale; ze beschikt over revolutionaire militanten die ingeschakeld zijn in de massabewegingen in tientallen landen op de vijf continenten; ze telt in haar rangen nationale organisaties die het gewoon zijn om te functioneren in een internationaal kader en dezelfde taal spreken in hun analyses van de gebeurtenissen en de taken. Dat is weinig en veel tegelijkertijd”.

In 1864 was Karl Marx de belangrijkste initiatiefnemer van de eerste Internationale, opgericht in Londen op 28 september van dat jaar. Het was zijn betrachting om een revolutionaire leiding zonder grenzen te organiseren. Het ging dus om een eengemaakte partij die een ‘Internationale’ werd genoemd en waarvan de leden voortkwamen uit de arbeidersklasse van de belangrijkste Europese landen en de Verenigde Staten. Die internationale werd gesteund door de Engelse arbeidersbeweging. In het belangrijkste geïndustrialiseerd land van die tijd was de arbeidersbasis immers reeds georganiseerd.

Die Internationale ontwikkelde zich, zonder echter een brede arbeiderskracht te worden. Vanaf het neerslaan van de Commune van Parijs in 1871, zorgden de toenemende spanningen tussen de medestanders van Marx enerzijds en de anarchisten geïnspireerd door Bakoenin anderzijds voor een verlamming van de werking. Dat leidde tot een verschrompeling en nadien ook tot de ontbinding van de eerste Internationale in 1876.

De tweede internationale ontstond in Parijs in 1889 en verschilde erg van de eerste. Dit keer ging het om een alliantie van sociaaldemocratische partijen die ontstaan waren in verschillende Europese landen maar die elk hun eigen autonome activiteit kenden. De sterkste van die partijen was de Duitse en daar ging het om een partij die het resultaat was van een fusie van twee socialistische partijen waarvan de ene eerder Duits-nationalistisch was dan internationalistisch.

4 augustus 1914 betekende de totale ineenstorting van deze tweede Internationale. Ze bleek immers niet in staat om een algemene staking tegen de uitbarstende oorlog te organiseren. Meer nog, de parlementairen van deze partijen stemden in hun respectievelijke parlementen de oorlogskredieten goed en gaven zo hun goedkeuring aan het zenden van miljoenen jonge soldaten naar de slachtbank. Arbeiders aller landen beschiet elkaar aan het front! En dat terwijl de oorlog van 14-18 enkel maar duidelijk maakte dat een echte Internationale absoluut nodig was.

Tijdens de conferenties van Zimmerwald (september 1915) en Kienthal (april 1916), stelden Lenin maar ook Rosa Luxemburg, Karl Liebknecht en Leon Trotski vast dat de Tweede Internationale dood was. Ze beslisten om er een nieuwe op te richten. De oprichting ervan vond plaats in Moskou in maart 1919. Op dat moment was die derde Internationale heel weinig representatief voor het Europese proletariaat. Ze telde vooral vertegenwoordigers vanuit de Sovjet-Unie in haar rangen, waar de revolutie gelukt was, alsook Duitsers die echter hun belangrijkste leidster, namelijk Rosa Luxemburg, kwijt waren. Luxemburg werd in januari 1919 vermoord, enkele dagen nadat ze de Duitse Kommunistische Partij (DKP) had opgericht.

De Derde Internationale wilde zich beschermen tegen het reformisme door de toetredingsvoorwaarden rigoureus te definiëren maar ze aanvaardde niettemin het lidmaatschap van massapartijen als de PCF waarvan de meerderheid van de kaders in augustus 1914 nog lid waren van de Franse socialistische partij en haast zonder uitzondering gestemd hadden voor de oorlog.

In 1924 deed de voorzitter van die Communistische Internationale, ook wel Komintern genoemd, Zinovjev, een poging tot ‘bolsjewisering’, maar dat leidde niet tot een radicalere sociale of ideologische samenstelling of een authentiekere revolutionaire opstelling van die Internationale. Integendeel, het vergemakkelijkte de bureaucratisering van de meeste partijen die er lid van waren, ten dienste van de stalinistische leiding die in de Sovjet-Unie stilaan de macht in handen begon te krijgen.

Veel tijd was er niet nodig vooraleer ook deze Derde Internationale ophield een waarachtige revolutionaire wereldleiding te zijn. In 1925 ging er een sociale revolutie van start in China. Ondanks de levendige oppositie van Trotski en zijn stroming die de linkse oppositie werd genoemd, verhinderde de leiding van de Komintern de Chinese communisten om de leiding over de revolutie te nemen, waardoor ze overgeleverd werden aan dictator Chiang Kai-shek, die niet aarzelde om een bloedbad onder de communisten aan te richten op 12 april 1927 in Shanghai.

Trotski, die in februari 1929 door de stalinistische leiding van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie verbannen werd naar Turkije, zette een propagandacampagne op ten voordele van een eenheidsfront tussen communisten en sociaaldemocraten in het Duitsland van einde jaren 20 begin jaren 30. Dat arbeiderseenheidsfront was nodig om een dam op te werpen tegen Hitler en zijn nazipartij die in volle opmars waren. Stalin en zijn acolieten hielden tot het te laat was vast aan hun criminele politiek gericht tegen de SPD, die zogenaamd ‘erger dan de nazi’s’ was. Op 30 januari 1933 wist Hitler op een legale manier aan de macht te komen en rijkskanselier te worden, zonder enige reactie van Duitse Kommunistische Partij, die nochtans sterk stond.

De dood van Rosa Luxemburg – een drama voor de hele arbeidersklasse – vormde een hinderpaal om een efficiënte leiding uit te bouwen en op die manier werd de DKP al snel een instrument in handen van Stalin, dat niet opgewassen bleek tegen de opkomende nazipartij en geen vormen van zelfverdediging op poten zette.

Oprichting van de Vierde Internationale

Trotski had in de jaren 20 als aanvoerder van de linkse oppositie in de Sovjet-Unie een gevecht gevoerd dat erop gericht was het programma van de partij en de derde Internationale te blijven focussen op de noodzakelijke revoluties in de kapitalistische landen en dus niet op de illusoire idee van het ‘socialisme in één land’, dat door Stalin werd naar voor geschoven.

Vanaf februari 1929 en gedurende zijn vier jaren ballingschap in Turkije startte Trotski met de opbouw van een internationale linkse oppositie. Hij slaagde erin aanzienlijke groepen medestanders voor zich te winnen in de uiteenlopende partijen van de Komintern. Voor 1930 vormde de linkse oppositie in de Belgische KP zelfs een tijd de meerderheid. In de VS was James Cannon de belangrijkste communistische voorman. Hij steunde Trotski. Die groepen kenden jammer genoeg ook een hele reeks mislukkingen en scheuringen verbonden met opeenvolgende interne meningsverschillen.

Vooraleer de stalinistische politiediensten (GPOe daarna NKVD) erin slaagden om Trotski te doden op 21 augustus 1940, ruimden ze al een hele reeks militanten van de linkse oppositie in de Sovjet-Unie, Frankrijk, Spanje en Zwitserland uit de weg. Dat was ook het geval voor Leon Sedov, zoon en medewerker van Trotski, die er het slachtoffer van werd in februari 1938.

De overwinning van het nazisme in Duitsland deed Trotski beseffen dat er nood was aan een Vierde Internationale. Zeker toen het uitvoerend comité van de Komintern op 5 april 1933 een verklaring publiceerde waarin de politiek van de Duitse KP, die uiteindelijk tot de overwinning van Hitler had geleid, werd goedgepraat.

In het internationaal bulletin van de LCI (Ligue Communiste Internationale) van 30 augustus 1933 beschrijft Trotski de Komintern als volgt: “Een organisatie die zelfs door de donder van het fascisme niet gewekt raakt, is dood en niets zal haar nog tot leven brengen”. En aan zij die twijfels en reserves uitten over het project van een Vierde Internationale, zei hij: “We moeten vooruit zien te gaan op een weg vol obstakels en versperringen uit het verleden.” Toen hij in Frankrijk aankwam en een ongeruste spoorwegarbeider hem de vraag stelde: “Eigenlijk stelt u voor om helemaal opnieuw te beginnen?”, antwoordde Trotski: “Precies wat u zegt: helemaal opnieuw beginnen”.

Een eerste succes bij het leggen van de fundamenten van de Vierde Internationale werd behaald in Parijs in november 1933. Op een plenum van de LCI (Ligue Communiste Internationale) nam de Nederlander Henk Sneevliet het woord. Hij was de oprichter van de Indonesische KP. De man zou in 1942 gefusilleerd worden door de nazi’s.

Vier van de 14 aanwezige organisaties beslisten een alliantie aan te gaan. Het gaat om de Linkse Sovjetoppositie, de SAP (een linkse socialistische partij uit Duitsland) en twee Nederlandse partijen (OSP en RSP die zullen fuseren tot de RSAP). Maar de conferentie wordt gevolgd door scherpe meningsverschillen onder andere in verband met de ‘Franse draai’, te weten de entristische tactiek die Trotski aanbeveelde voor Frankrijk en België.

In België slaagden Leon Lesoil en de meerderheid van de Belgische trotskisten erin om – ondanks de oppositie van George Vereeken – binnen te geraken bij de jongsocialisten en er een zeker succes te hebben. Hetzelfde kan je stellen voor Frankrijk maar de Fransen raakten verdeeld en in 1938 schoten er van deze episode slechts een aantal groepen over die onderling compleet verdeeld waren. In de VS en in Spanje waren er linkse formaties die aanleunden bij Trotski. In Spanje is dat de POUM, maar hun Catalaanse leider Andrés Nin zal uiteindelijk breken met Trotski een jaar vooraleer hij in juni 1937 geëxecuteerd wordt door de Russische agenten van de NKVD.

De staatsgreep van Franco op 18 juli 1936 leidde ertoe dat de Catalaanse arbeiders, onder leiding van de anarchisten, aan de macht kwamen in Barcelona, maar zonder een begin te maken van een socialistische revolutie. Pas in mei 1937 zouden ze dat alsnog trachten te doen. Maar toen bleek het al te laat.

De publicatie in 1936 van het belangrijkste boek van Trotski “De verraden revolutie” zal zorgen voor een meningsverschil tussen de oppositionelen. In het boek beschrijft Trotski in detail de overname van de Sovjet-Unie door de stalinistische bureaucratie. Tegelijkertijd stelt hij dat de sociale en economische basis van de Sovjet-Unie rechtstreeks overgeërfd werd van de Oktoberrevolutie en dat de Sovjet-Unie dus verdedigd moet worden tegen het imperialisme, ondanks de bureaucratische dictatuur. Een deel van de militanten is het niet eens met deze analyse en het Hitler-Stalinpact dat afgesloten wordt op 22 augustus 1939 leidt ertoe dat ook heel wat anderen de pas opgerichte Vierde Internationale verlaten omdat ze de basisstellingen uit ‘De verraden revolutie’ verwierpen.

Een nieuwe Internationale opgericht

Al die spanningen en meningsverschillen tussen de militanten die Trotski steunden, leidt ertoe dat hij begin 1938 nog slechts de steun heeft van een beperkt aantal militanten en organisaties. Na de POUM brak bijvoorbeeld ook de Nederlandse RSAP van Sneevliet met Trotski in juli 1937.

De dichte medewerkers van Trotski, Erwin Wolf, Ignace Reiss, Rudolf Klement en zijn zoon Leon Sedov worden vermoord door de NKVD. In de Sovjet-Unie verklaren de gekendste oppositionelen dat ze Trotski niet langer steunen, wat hen overigens niet zal beschermen tegen de executie tijdens de processen van Moskou. In Vorkoeta had Stalin de voorstanders van Trotski, die hem trouw waren gebleven, samengebracht in een kamp. In maart 1938 werden ze allemaal met het machinegeweer afgemaakt.

In West-Europa zien we hoe Franco in Spanje de overwinning op zak heeft en hoe de Franse en Engelse regeringen een akkoord ‘voor de vrede’ sluiten met Hitler in München in september 1939.

Trotski zelf is inmiddels verbannen naar Mexico sinds januari 1937. Hij leert er vrienden kennen onder wie de beroemde schilder Rivera. Maar de agenten van Stalin bereiden zijn dood reeds voor.

Was het verstandig om onder deze omstandigheden een zwakke Vierde Internationale op te richten, met een geringe inplanting onder de massa’s? De Derde Internationale kon bij zijn stichting nog bogen op de overwinning van de Russische revolutie en de sterke opkomst van de communistische partijen.

Trotski heeft nochtans al zijn krachten gestoken in de oprichting van de Vierde Internationale, al leek haar toekomst dan onzeker. Zoals Ernest Mandel het schreef, stelde Trotski dat dit “zijn belangrijkste missie was uit zijn hele leven. Dit wil zeggen: belangrijker dan het formuleren van de theorie van de permanente revolutie, belangrijker dan het leiden van de Oktoberrevolutie, belangrijker dan de opbouw van het Rode Leger en de zege van dat leger tijdens de burgeroorlog.”

In juni 1936 schreef Trotski aan Victor Serge: “Ik geef toe dat ik er geen idee van heb wat het betekent om de Vierde Internationale op te richten. Er bestaan in verschillende landen organisaties die strijden onder deze vlag.” En een maand later, tijdens de zogenaamde Conferentie van Genève die eigenlijk plaatsvond in Parijs voegde hij daar nog aan toe: “Het is even onbelangrijk als absurd om te discussiëren over de vraag of het moment nu al dan niet rijp is voor de oprichting van de Vierde Internationale. Een Internationale richt je niet op als een coöperatieve, maar wordt gecreëerd doorheen de strijd.”

Maar gezien hij in 1935 uit Frankrijk verjaagd werd, een tijdje in Noorwegen getolereerd werd om dan in januari 1937 aan te komen in Mexico, zal hij zelf de effectieve oprichting van de Vierde Internationale niet meemaken. Hij schrijft wel het programma, getiteld ‘De doodstrijd van het kapitalisme en de taken van de Vierde Internationale’ beter gekend als ‘het overgangsprogramma’. Ernest Mandel schrijft er het volgende over: “Wanneer Trotski de opbouw van de Vierde Internationale integreert in zijn ‘overgangsprogramma’ en dus in de strijd voor overgangseisen, is hij zich ten volle bewust van het dubbele aspect van de subjectieve crisis: de crisis van de leiding én de crisis van het klassebewustzijn van het proletariaat. De essentiële functie van de strijd voor overgangseisen bestaat erin om de arbeiders via hun eigen ervaringen tot de conclusie te laten komen dat het noodzakelijk is om de macht in handen te nemen. Het programma vormt een brug tussen hun bewustzijnsniveau en dat niveau dat nodig is voor een succesvolle socialistische revolutie.”

Het oprichtingscongres werd gehouden in Périgny, dichtbij Parijs, op 3 september 1938 en werd bijgewoond door 22 afgevaardigden van 11 verschillende afdelingen. Ze stichten er de Vierde Internationale en nemen er het programma aan. Volgens Pierre Naville telt de nieuwe Internationale bij haar oprichting 5.000 militanten. Dat is weinig, maar alleen al het bestaan ervan en het feit dat Trotski nog steeds in leven is, verhinderen Stalin om zichzelf voor te stellen als de chef van gans de communistische beweging in de wereld. Hij zal er uiteindelijk wel in slagen om Trotski uit de weg te ruimen, maar de Vierde Internationale vernietigen lukt hem niet.

François Moreau schrijft in zijn opmerkelijke werk ‘De strijd en debatten van de Vierde Internationale’: “Mocht de Vierde Internationale nooit opgericht zijn, mocht ze verdwenen of vernietigd zijn, zou men helemaal van nul af aan moeten beginnen bij de oprichting van een nieuwe Internationale...” En hij voegt eraan toe: “Hoe dan ook had De Vierde Internationale zijn rol te spelen; ze vertegenwoordigt een ononderbroken revolutionaire continuïteit met haar wortels in de beste periode van de Communistische Internationale; ze vertegenwoordigt een rijke ervaring van strijd in de drie sectoren van de wereldrevolutie; ze beschikt over revolutionaire militanten die ingeschakeld zijn in de massabewegingen in tientallen landen op alle continenten, tienduizenden militanten; ze telt in haar rangen nationale organisaties die het gewoon zijn om te functioneren in een internationaal kader en dezelfde taal spreken in hun analyses van de gebeurtenissen en taken. Dat is weinig en veel tegelijkertijd”.

31 mei 2008
Georges Dobbeleer