Albert De Coninck
España - Belgen in de Internationale Brigaden
Hoofdstuk 15
Het offensief van de republikeinen aan het Ebrofront had, zoals reeds gezegd, een grote verrassing in het fascistisch commando gewekt. Maar er was meer. “Er was diepe verslagenheid in geheel nationalistisch Spanje. De falangisten gromden tegen de Caudillo en tegen Martïnez Anido.” [1]
Mussolini was in woede ontstoken. “Schrijf in uw agenda” — zo sprak hij tot zijn minister van Buitenlandse zaken — “dat vandaag, 29 augustus, ik de nederlaag van Franco voorspel ... De roden, die kunnen vechten, Franco niet!” [2]
De Duitse ambassadeur Stöhrer meldde aan de Reichsregering dat er zich stormachtige scènes afspeelden tussen Franco en zijn generaals.
Drie dagen zelfs nadat de republikeinse legers zich opnieuw achter de linkeroever van de Ebro hadden teruggetrokken, schreef Stöhrer in zijn rapport aan Berlijn (19 november): “Achter het front en in de nationalistische zone, is er de laatste tijd een heropleving van onrust waar te nemen ... De gevangenissen zijn nooit zo overvol geweest als nu ...” [3]
Het aanslepen van het republikeinse verzet verontrustte ten zeerste Berlijn en Rome. Nu de aanhechting van Oostenrijk voltrokken was en Tsjecho-Slowakije tot ‘protectoraat’ van het Derde Rijk was geworden, was alles klaar om de grote oorlog te beginnen. Het voortduren van de strijd in Spanje hield het gevaar in zich dat er toch nog een antifascistische coalitie in Europa en in de wereld zou tot stand komen, hetgeen de plannen van Hitler in duigen zou laten vallen.
Nu het er meer en meer op leek dat er militair geen definitieve beslissing, op korte termijn tenminste, kon bereikt worden, begon men in de kanselarijen van Berlijn en Rome aan een heruitgave van een Spaans München te denken.
Tijdens de conferentie van München had Mussolini aan Chamberlain reeds verklaard dat hij ‘genoeg’ had van Franco. Dat hij reeds 50.000 soldaten had verloren voor een zaak die geen perspectief had.
Op 1 oktober 1938 bood Franco een diner aan voor het diplomatiek korps om de akkoorden van München te vieren. Op dit diner richtte Stöhrer zich tot Franco, hem verklarende dat ook voor Spanje een ‘Tsjechische methode’ mogelijk was voor de regeling van de oorlog.
Franco reageerde hierop niet. Hij reageerde niet, omdat kort tevoren het Engelse Foreign Office met de hertog van Alva contact had opgenomen en verklaard had dat Engeland noch Frankrijk moeilijkheden in de weg zouden leggen om de overwinning van Franco mogelijk te maken. De enige voorwaarde die zij stelden was, dat Franco zich neutraal zou houden in geval van Europese oorlog.
Tezelfdertijd had de Engelse ambassadeur te Salamanca, Hodgson, aan de Duitse ambassadeur, Stöhrer verklaard, dat Engeland bereid was om te bemiddelen voor een ‘compromisvrede’.
Ook Roosevelt belastte zijn onderstaatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Berle, te onderzoeken op welke wijze men tot een compromisvrede zou kunnen komen.
Franco speelde nu zijn laatste troeven uit. Hij wou een voor Frankrijk en Engeland geruststellend gebaar doen. Hij trok alle Duitse en Italiaanse troepen tot op 150 km van de Pyreneeën terug, waarop Frankrijk de grens met republikeins Spanje hermetisch afsloot, zodat geen hulp meer kon doorkomen naar de republiek.
Tegelijkertijd richtte Franco zich tot Hitler en vroeg hem nieuwe hulp, waaronder 150.000 geweren, 1.500 lichte en 500 zware mitrailleurs, 100 kanonnen van 75 mm en munitie.
Admiraal Canaris, chef van de Abwehr, en von Richthofen steunden het verzoek van Franco. von Richthofen stond er zelfs op dat het Condorlegioen zou verdrievoudigd worden.
Terwijl dus de republikeinse grenzen volledig geblokkeerd werden, kwam de nieuwe Duitse hulp in de haven van Bilbao aan.
Op 23 december brak het nieuwe offensief los tegen de republikeinse stellingen in Catalonië.
Met een verpletterend overwicht aan pantsers, zwaar geschut en vliegwezen, kwamen de fascistische legers in beweging.
De republikeinen verdedigden zich hardnekkig. Granadella moest huis per huis veroverd worden. Te Lerida en Borjas leden de Italiaanse fascistische divisies zware verliezen, maar vorderden toch langzaam.
Graaf Ciano schrijft in zijn memoires dat hij op 28 december tussenkwam bij de Duitsers opdat zij door een versterkte hulp de vooruitgang van zijn troepen zouden versnellen.
Op 25 januari 1939 rukte een leger van 80.000 man, onder bevel van de Italiaanse generaal Gambarra, en uitgerust met Duitse en Italiaanse pantsers Barcelona binnen.
De republikeinse legerstaf riep het Centrumleger op, een aanval in te zetten in de Extramadura en in Andalusië, en een landing uit te voeren bij Motril in de achterhoede van Franco. Dit bevel werd niet uitgevoerd. De reden daarvan werd later pas duidelijk.
De Amerikaanse ambassadeur Bowers schreef over de intrede der ‘Franco-troepen’ te Barcelona: “De Spaanse troepen volgden op de Italiaanse en de Marokkaanse. Achteraan kwamen opnieuw Italianen, Bersaglieri’s en de zwarthemden van Arditti die op fascistische wijze met hun dolken zwaaiden ... Het merendeel der bevolking verre van geestdrift te tonen, was die dag op een vreemdsoortige wijze stilzwijgend.”
Na de val van Barcelona dienden de ‘Internationalen’ die nog in Spanje waren, zich opnieuw aan om aan de gevechten deel te nemen. Zij werden bij La Garriga samengetrokken en vervolgens naar Gerona gebracht waar zij de schok van de Italiaanse divisies opvingen. Met eenheden van de 35e republikeinse divisie zullen zij de achterhoedegevechten leveren en de fascistische opmars zoveel mogelijk vertragen. Zo zal het nog aan duizenden Spaanse soldaten gelukken de Franse grens te bereiken.
Velen der ‘Internationalen’ hebben die grens nooit bereikt.
Op 1 februari vergaderde in de vesting van Figueras de Spaanse Cortes, waar Negrin verklaart de strijd in de nog vrije gebieden van Spanje verder te zullen zetten.
Op 9 februari verlaat de regering Figueras.
Op 11 februari is de gehele Frans-Spaanse grens in handen van de Franco-legers. Duizenden Spaanse soldaten en ‘Internationalen’ beginnen een nieuwe lijdensweg in de Franse interneringskampen.
Dezelfde 11e februari was de Spaanse regering, vergezeld van de militaire bevelhebbers — Lister, Modesto, Cordon, Hidalgo de Cisneros e.a. — terug in het centrale gebied.
Op 26 februari ontbood Negrin de militaire chefs op de vlieghaven van Los Llanos bij Valencia. In de discussie die daar plaats vond, werd het duidelijk dat een aantal militaire leiders de strijd wilden opgeven. Generaal Miaja bleef voorstander om de strijd verder te zetten. Negrin gaf op die vergadering geen enkele aanwijzing, al had hij verklaard dat er niets anders overbleef dan de strijd verder te zetten.
Eens in zijn woning te Yeste bij Valencia terug, neemt hij een aantal drastische maatregelen. Hij stelt een aantal militaire bevelhebbers af en vervangt hen door communisten. Casado wordt vervangen door Modesto, Escobar door Lister, Moriones door Galan. De communistische minister Hernandez wordt aangesteld tot inspecteur-generaal van het leger.
De vijanden van de republiek waren nu van oordeel dat ze alle kaarten op tafel moesten werpen. ‘s Anderendaags, 28 februari, erkenden Groot-Brittannië en Frankrijk de regering van Franco.
Frankrijk stuurde Pétain als ambassadeur bij Franco, Pétain die later staatshoofd van Vichy-Frankrijk zou worden en bij de bevrijding van Frankrijk wegens collaboratie met de nazi’s ter dood veroordeeld werd. Op 24 maart werd Pétain in vol ornaat te Burgos ontvangen, in een stad waar die dag alle verkeer verboden werd en alle luiken moesten neergelaten worden.
Op 27 januari, twee dagen na de val van Barcelona ontving Mussolini te Rome de Britse Ambassadeur Lord Perth, die hem de tekst kwam mededelen van de rede die Chamberlain voor het lagerhuis zou uitspreken! “Ik geloof”, zei Mussolini aan Ciano, “dat het de eerste maal is dat de Britse regering aan een vreemde regering de proeven van een zijner redevoeringen onderwerpt. Dat is een slecht teken voor hen.” [4] Hetgeen Ciano doet zeggen “de overwinning in Spanje is getekend door een naam, Mussolini.” [5]
Ciano merkte verder op: “De toestand in Catalonië is goed. Franco verbetert die door een strenge uitzuivering.” Hij voegt er de veelzeggende zin aan toe, die geen commentaar verlangt: “Vele Italianen — anarchisten en communisten — zijn aangehouden. Ik zeg het aan de Duce die me beveelt ze allen te laten fusilleren er aan toevoegend: de doden vertellen de geschiedenis niet”.[6]
Op 9 februari 1939 werd door Franco de ‘wet op de politieke verantwoordelijkheden’ uitgevaardigd, die behelsde dat ook zij die van 1934 tot 1936 aan republikeinse activiteiten, subversie genaamd, hadden deelgenomen, zouden bestraft worden.
_______________
[1] H. Thomas: La guerre d’Espagne.
[2] Graaf Ciano: Mémoires.
[3] Geheime archieven der Wilhelmstrasse.
[4] Ciano: Memoires.
[5] Ciano: Memoires.
[6] Ciano: Memoires.