Bron: “Devrimci çizgi ve revizyonizm”, deel van Çayans theoretische tekst, Kesintisiz Devrim II-III.
Vertaling: Kaan Kaya
HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !
We hebben in het kort de kenmerken van de derde periode van de algemene crisis beschreven en de verschillen met de andere algemene crisisperioden van het imperialisme.
In deze periode hebben revisionisme en opportunisme binnen de linkerzijde zich in twee vormen getoond. Vanwege de kenmerkende eigenschappen van deze periode beweerde de eerste groep dat de universele stellingen van het leninisme hun geldigheid hadden verloren, die zouden bestaan totdat het imperialisme als systeem zou instorten. En zo presenteren ze de theorie van een vreedzame en pacifistische revolutie.
Hoewel de vormen van imperialistische relaties en uitbuiting veranderd zijn, blijft de substantie van het imperialisme hetzelfde. Daarom blijven de universele stellingen van het leninisme, het marxisme van het imperialistische gebied, geldig totdat het imperialisme als systeem instort.
Het tweede type, de sociaal-reformistische lijn, houdt geen rekening met de veranderende vormen van imperialistische relaties en uitbuiting en gebruikt de theorie niet als leidraad voor actie, maar als een onveranderlijk leerstuk.
Volgens hen kan de vorm van gewapende propaganda niet de belangrijkste methode van strijd zijn, omdat deze vorm van propaganda niet voorkomt in het leninisme. Gewapende propaganda wordt verondersteld niet te organiseren. Vasthouden aan gewapende propaganda zou betekenen dat alles door de loop van een geweer wordt gezien.
We willen graag meer uitleg geven over dit onderwerp. In de tweede helft van de 19e eeuw stelden Marx en Engels dat om de strijd van de arbeidersklasse tegen de bourgeoisie naar een hoger niveau te tillen en om de eerste proletarische revolutie ter wereld mogelijk te maken, er waarschijnlijk een wereldoorlog tussen de imperialistische landen nodig zal zijn.
Lenin en de Bolsjewieken voerden de eerste proletarische revolutie ter wereld uit in het tijdperk van het imperialisme, door deze geniale analyse eigen te maken. Lenin zei al rond 1900 (veel eerder, voordat hij zijn boek “Imperialisme” schreef) dat de wet van de onevenwichtige en schokkende ontwikkeling van het kapitalisme onvermijdelijk zal leiden tot een oorlog tussen de imperialisten die de weg zal openen naar revolutie voor de zwakste schakel in de keten van het kapitalisme, Rusland.
Volgens het leninistische model van revolutie zullen de conflicten tussen de imperialisten ongetwijfeld overslaan naar het militaire platform. Zoals we weten, maakte de wereldwijde arbeidersbeweging een reuzensprong voorwaarts tijdens de eerste imperialistische wereldoorlog, tijdens de omwentelingsfase van top naar bodem, en werd 1/6 van de wereld socialistisch. Tijdens de omwentelingsfase van top naar bodem die werd veroorzaakt door de tweede imperialistische wereldoorlog, werd al 1/3 van de wereld socialistisch en won het socialisme wereldwijd aan bekendheid.
Na de Tweede Wereldoorlog kwam het kapitalisme in een nieuwe periode van crisis terecht. In deze periode is het niet waarschijnlijk dat de inter-imperialistische conflicten zullen uitmonden in een oorlog (vanwege de redenen die eerder genoemd zijn). De vorm van strijd en de route die de Cubaanse Revolutie heeft gevolgd, zijn dan ook het resultaat van de specifieke omstandigheden in deze historische periode. Met andere woorden, het is het resultaat van het in de praktijk brengen van het marxisme-leninisme in deze specifieke historische periode
Behalve de revolutie in Cuba, werden alle andere revoluties tot stand gebracht door veranderingen van bovenaf tijdens de twee wereldoorlogen. Uit de toepassing van de algemene principes van het marxisme-leninisme in deze concrete historische situatie blijkt dat gewapende propaganda de belangrijkste vorm van strijd is en dat de oorlog van de voorhoede van het volk de weg is die de proletarische revolutionairen van alle landen die onder de heerschappij van het imperialisme staan moeten volgen.
Zowel de pacifisten in ons land als die in andere landen noemen de strijd van de revolutionaire organisaties die gewapende propaganda als basisvorm van strijd gebruiken en de avant-gardistische oorlog voeren, een “duel van een handjevol mensen met de heersende klasse”, als “de lijn van anarchisme en narodnisme”, en ze zeggen dat “zo’n vorm van strijd niet bestaat bij Lenin”. Deze beweringen zijn niet meer dan een ideologisch gordijn om de capitulatie te verbergen, maar hebben wel een kant die serieus genomen moet worden. We zeggen alleen dit: in deze periode heeft een revolutie plaatsgevonden. En degenen die deze revolutie hebben bereikt, door gewapende propaganda als basisvorm van strijd te nemen, begonnen met de avant-garde oorlog.
De revolutionaire bewegingen die de leninistische werkmethode als basis nemen voor deze historische situatie, schrijven het heldhaftige verhaal van de bevrijding van deze mensen in de plattelandsgebieden van deze wereld. Echter, de pacifisten, een kleine groep, voeren een woordenstrijd als verlengstuk van het imperialisme en de oligarchie in de wereld tegen degenen die het heldhaftige verhaal van bevrijding met bloed en vuur schrijven.
Lenin geeft het beste antwoord op de pacifisten die beweren dat deze vorm van strijd niet bestaat bij Lenin. Laten we hem dus het woord geven: “Het marxisme vereist een strikte historische onderzoek van de vraag naar vormen van strijd. Om deze vraag los te koppelen van de concrete historische situatie zou laten zien dat de principes van het dialectisch materialisme niet volledig begrepen worden. In de verschillende stadia van de economische evolutie, gebonden aan de veranderende politieke, culturele en nationale levensomstandigheden, ontstaan verschillende vormen van strijd, deze worden voornamelijk vechtvormen; in relatie daarmee veranderen ook de aanvullende vormen van strijd, in de tweede graad.”
Zij die geen rekening houden met de veranderingen in de politieke, culturele en nationale omstandigheden van de economische evolutie (imperialisme), die losstaan van de geleefde concrete historische situatie (de derde periode van crisis van het imperialisme) en praktijk, en zij die vastzitten aan een mechanische werkmethode op de werken van Marx, Lenin, Stalin en Mao, kunnen goede marxologen zijn, maar ze kunnen nooit proletarische revolutionairen zijn.
Het belangrijkste verschil tussen alle vormen van opportunisme en de revolutionaire lijn is de keuze van de basisvorm van strijd. Zoals we weten is de proletarisch-revolutionaire strijd tegen de heersende klassen veelzijdig. Deze veelzijdigheid wordt in de literatuur onder twee koppen samengevat: a: vreedzame strijdmethoden (betekent geen verzoening) b: gewapende actiemethoden
Hoe moet de strijd tegen imperialisme en oligarchie worden geleid in landen die bezet zijn door imperialisme? Met welke vorm van strijd als basis moet het kunstmatige evenwicht tussen de oligarchie en de ontevredenheid, de reactie, van het volk worden vernietigd? Welke methode van strijd moet als basis worden gekozen om mensen naar de revolutionaire gelederen te trekken? Welke vorm van strijd moet de basis vormen voor een campagne die politieke feiten aan het licht brengt? Het is precies dit wat de revolutionaire lijn onderscheidt van de opportunistische lijn, de revolutionaire theorie van het “orthodoxe” ideologische gezwets.
De internationale revisionisten en pacifisten die de stadia van evolutie en revolutie van de revolutionaire strijd in de huidige periode scherp verdelen, beantwoorden de bovengenoemde vragen (wat de verschillen tussen hen ook mogen zijn, van degenen die de stad als basis nemen tot degenen die het land als basis nemen) als volgt: “Ga naar de massa’s, bevredig de meest basale behoeften van de massa’s, politiseer hen, organiseer hen op basis van economische rechten en de behoeften van de arbeiders en leid hen naar het politieke doel”.
In alle landen die achterblijven, waar de democratische rechten en vrijheden niet worden toegepast of beter gezegd, waar de oligarchie “niet toestaat” dat ze worden toegepast, en waar een complete politiek van onderwerping tegen de werkende massa’s wordt toegepast met behulp van het leger, de politie en andere krachten, zullen deze organisaties die de economische en democratische strijd willen omzetten in een politieke strijd met klassiek “massawerk”, steeds zwakker worden en verder naar rechts afdrijven, gezien de militaire superioriteit van de vijand en de onderdrukking.
Op deze manier “zal het kunstmatige evenwicht dat is opgebouwd tussen de dictatuur van de oligarchie en de druk van het volk blijven bestaan in plaats van het te vernietigen”. (Che)
Ja, op deze manier zal het blijven bestaan. Natuurlijk zal er vooruitgang lijken te zijn. Maar degenen die deze manier verdedigen, zullen, hoewel ze aanvankelijk strijdlustige kwaliteiten hadden, deze kwaliteit verliezen, verwend worden en steeds meer bureaucraat worden.
Wat verloren zal gaan, is de revolutionaire substantie, en dus ook sommige arbeiders die tot pacifisme zijn gedreven. Dit is altijd het resultaat. Men zal tot deze conclusie komen wanneer men deze visie oppervlakkig interpreteert. Ze nemen het standpunt in dat de fase van evolutie lang zal zijn en de fase van revolutie kort zal zijn, zoals het geval was tijdens de revolutie in de Sovjet-Unie waar de stedelijke arbeidersklasse de sleutelrol speelde.
Organisaties die op deze manier strijden, worden steeds meer ondersteund door revolutionaire nationalisten. Ze denken dat ze onder hun leiding democratische rechten en vrijheden in het land kunnen realiseren en de massa’s op economisch-democratisch vlak kunnen organiseren en bewustzijn kunnen creëren. Bijvoorbeeld, groep X komt samen rond een krant die politieke feiten onthult en probeert voet aan de grond te krijgen in fabrieken en andere plaatsen. Ze proberen de massa’s aan de kant van de revolutie te krijgen, maar plannen ook één of twee overvallen om geld voor de organisatie te verkrijgen. Ze hebben misschien ook enkele sabotageacties en aanvallen gepleegd, maar dit is niet hetzelfde als gewapende propaganda. Deze groep heeft al haar hoop gevestigd op een revolutionair-nationalistische bestuur, die de grondwet van 27 mei 1961 zou realiseren en de artikelen 141-142 zou afschaffen en een orde zou creëren volgens de gekozen methode van strijd.
Het revolutionaire standpunt is: gewapende propaganda is de belangrijkste methode van strijd om het kunstmatige evenwicht tussen de oligarchie en de onbewuste reactie en ontevredenheid van het volk te vernietigen en de massa’s aan de kant van de revolutie te mobiliseren. In landen waar de economische en democratische strijd van de werkende massa’s wordt onderdrukt door de dictatuur van de oligarchie – zij het in haar parlementaire instelling –, waar de centrale autoriteit eruitziet als een “reus” met haar leger, politie, enz., waar de verborgen bezetting bestaat, is gewapende propaganda de belangrijkste methode van strijd die contact legt met de massa’s en ze wint voor de rangen van de revolutie door een brede campagne die de politieke feiten verspreidt.
Gewapende propaganda is geen militaire strijd, het is een politieke strijd. Het is geen vorm van strijd voor individuen, maar een vorm van strijd voor de massa’s. Dus, gewapende propaganda is in geen geval terrorisme (ondanks de beschuldigingen van de pacifisten), het verschilt van individueel terrorisme in doel en middelen. Gewapende propaganda neemt het standpunt in van een bepaalde revolutionaire strategie die herkenbaar is voor de massa’s in de materiële en concrete acties, en van daaruit ontwikkelt het zijn theorie.
Gewapende propaganda is een methode om mensen bewust te maken van politieke feiten en om de ontevredenheid van de bevolking tegen het systeem aan te wakkeren. Het doel is om mensen te bevrijden van de effecten van imperialistische propaganda en hen bewust te maken van de revolutionaire beweging. Gewapende propaganda begint met het schudden van de massa’s en stap voor stap worden ze bewust van het feit dat de centrale autoriteit niet zo sterk is als het lijkt, maar dat de kracht ervan gebaseerd is op geschreeuw, intimidatie en demagogie..
Gewapende propaganda leidt in eerste instantie vooral de kijk van de massa’s, die worden beïnvloed door de imperialistische media, die ondergaan in de dagelijkse problemen van levensonderhoud, die hun hoop vestigen op de ene “partij” van het systeem of de andere, naar de revolutionaire beweging en het zorgt voor onrust in de verdoofde en gepacificeerde massa’s. In eerste instantie verandert de beperking en besluiteloosheid van de massa’s, veroorzaakt door de dichte rechtse propaganda (hieronder vallen ook de opportunistische media), meer en meer in sympathie voor de revolutionaire beweging. Naar de oligarchie echter, die haar “masker van gerechtigheid” afzet tegen de gewapende actie en haar terreur tegen het volk in een tot nu toe ongekende mate verhoogt, verandert de beperking en besluiteloosheid in antipathie, waarbij de massa’s het lelijke gezicht van de oligarchie herkennen.
De organisatie die gewapende propaganda als basis neemt, wordt de enige bron van hoop. Aan de ene kant stijgen werkloosheid en inflatie en wordt de ontevredenheid van de mensen bijna ondraaglijk. Aan de andere kant verliest de oligarchie al haar prestige, in de eerste plaats in de ogen van intellectuelen, en dus ook in de ogen van het volk. Door de gewapende propaganda verhogen ze de onderdrukking en het terrorisme enorm en verdwijnen alle democratische rechten van het volk.
Als een partij de guerrillaoorlog succesvol voert, zal het steeds meer de linkse parasieten verwijderen. Dit doet de partij door zich te richten op delen van het volk die ontwaakt zijn en zich hebben losgemaakt van opportunistische facties binnen de linkse beweging. Mensen zoals arbeiders, boeren en studenten die in de war zijn gebracht door pacifisten zullen zich verzamelen rond de gewapende propaganda van de partij.
De gewapende propaganda zal in de eerste plaats links en oprechte elementen verzamelen die aanvankelijk onder invloed waren van verschillende richtingen, en zal zich rond één enkele strategie verzamelen. De gewapende propaganda omvat zowel guerrillaoorlogsvoering op het platteland als in de steden, evenals psychologische oorlogsvoering en uitputtingsoorlog.
Op deze manier de basisvorm van strijd handhaven betekent niet dat andere vormen van strijd worden verwaarloosd. De organisatie die gewapende propaganda als basis neemt, zal ook andere vormen van strijd op zich nemen, afhankelijk van de mogelijkheden. Maar de andere vormen van strijd zijn secundair. Gewapende propaganda is de basisvorm van strijd. Dit betekent niet dat men inactief blijft tegenover de economische en democratische massabewegingen. De organisatie zal proberen, in verhouding tot haar kracht, de massa’s te organiseren op het gebied van hun economische-democratische rechten en verlangens. De organisatie zal proberen alle soorten reacties tegen de oligarchie te leiden. In het begin zal het echter onmogelijk zijn om overal aanwezig te zijn. De organisatie zal niet deelnemen aan massabewegingen die haar kracht te boven gaan en die niet met wapens zijn beveiligd. Naar verhouding, volgens haar mogelijkheden, zal de organisatie betrokken zijn bij politieke educatie, propaganda en organisatie om bewustzijn te creëren, buiten de gewapende propaganda. De klassieke politieke massastrijd en de gewapende propaganda wisselen elkaar af, bepalen elkaar, zijn van elkaar afhankelijk en beïnvloeden elkaar. De andere politieke, economische en democratische vormen van strijd, buiten de gewapende propaganda, zijn ondergeschikt aan de gewapende propaganda en vormen zich daarnaar. (De onderworpen vormen van strijd nemen vorm aan volgens de basisvorm van strijd. Dus, ze nemen vorm aan volgens de methoden van gewapende propaganda).
De revolutionaire strategie die gewapende propaganda als basis heeft en andere economische, democratische vormen van strijd ondergeschikt maakt, wordt de gepolitiseerde strategie van militaire strijd genoemd. (PASS) Voor de organisatie van deze strategie is de ideologische strijd geen polemisch middel, maar leidt het tot de politieke scholing van zijn kaders.
Dit zijn in het kort de opvattingen van de revolutionaire en de revisionistische lijn die bestaan in die landen die onder de bezetting van imperialisme vallen in de derde periode van crisis.
In deze landen bestaan twee afwijkingen onder de naam “proletarische revolutionairen”:
1. De revisionistische, klassieke “orthodoxe” lijn beschouwt het militaire en politieke aspect als tegenovergesteld aan elkaar, waardoor het militaire aspect wordt onderschat. Ze vinden de politieke functie van het stedelijk proletariaat, zoals het Sovjet-model, te belangrijk. Na het succes van gewapende propaganda hebben deze organisaties hun prestige verloren en zijn ze begonnen met het opzetten van guerrillabewegingen, die nutteloos bleken te zijn. De revisionisten kiezen voor een vreedzame vorm van strijd en verdelen de fasen van evolutie en revolutie duidelijk, waardoor spontaniteit ontstaat, terwijl het land in een nationale crisis verkeert.
2. Als gevolg van een verkeerde analyse van de Cubaanse Revolutie en als reactie op de bovengenoemde opvatting ontstond de militante linkse lijn; de Focus-view: in deze visie worden de relaties tussen stad en land, de gewapende propaganda en de andere vormen van strijd niet gezien als een dialectische eenheid; het gebruikt alleen volledig de gewapende propaganda op het platteland, bekijkt de ondergeschikte rol van de steden en de andere vormen van strijd als onbelangrijk. Aan de basis van deze opvatting ligt de gedachte dat de boeren onmiddellijk de wapens zullen oppakken door de strijd van de voorhoede en de oorlog zich in zeer korte tijd zal transformeren tot een volksoorlog. Ook deze lijn vertegenwoordigt op dit aspect een “linkse” spontaniteit. De verdedigers van deze opvatting hebben deze opvatting echter opgegeven, omdat ze hebben erkend dat de confrontatie met de feiten van het leven ver van de realiteit lag. Tegenwoordig zijn er wereldwijd bijna geen gewapende propagandaorganisaties meer met deze focus-view.